Bijna
veertig jaar lang heeft Augustinus (354-430)
in het Noord-Afrikaanse Hippo Regius de
geloofsgemeenschap als predikant gediend. Van
heinde en verre kwamen mensen naar deze
havenstad om zelf de woorden van de befaamde
bisschop te beluisteren of zijn preken in
opdracht van anderen op te tekenen.
Op het einde van zijn leven maakte Augustinus
de balans op van zijn leven en werk. In dat
kader waagde hij zich ook aan een gedurfd
project: een forse bloemlezing uit de bijbel.
In dit verzamelwerk, genaamd 'Speculum'
(Spiegel), geeft Augustinus alle plaatsen uit
de bijbel die volgens hem van direct praktisch
belang zijn voor iedereen die een goed leven
wil leiden. Zonder enig commentaar, behalve
een enkel verbindend woord. Je krijgt dus puur
'de bijbel volgens Augustinus'. Met
daarin natuurlijk de te verwachten highlights
uit Psalmen en profeten, evangeliën en
apostolische brieven. Maar ook minder bekende
passages. En het is minstens zo interessant te
zien wat de grote kerkvader uit zijn
bloemlezing weglaat.
Zo
is Augustinus' selectie uit de bijbel een heel
persoonlijk boek en boeiend tijdsdocument
tegelijk. Maar het is ook een inspirerende
keuze, die over alle grenzen van tijd, ruimte
en cultuur direct kan spreken tot lezers van
nu.
De opgenomen
bijbelteksten zijn zoveel mogelijk
weergegeven volgens de Nieuwe Bijbel
Vertaling (NBV). Alleen op plaatsen waar
Augustinus een duidelijk andere grondtekst
voor zich had (vooral in bepaalde boeken van
het Oude Testament) is de vertaling
aangepast.
De Spiegel van Augustinus krijgt in het
moderne Augustinus-onderzoek ten onrechte
weinig aandacht en wordt door vertalers
meestal terzijde geschoven. De nieuwe
uitgave is dan ook de eerste ooit in het
Nederlands. Hiervoor is een samenwerking
aangegaan tussen medewerkers van het
Augustijns Instituut Utrecht met het
Nederlands Bijbel Genootschap. De uitgave
verschijnt met medewerking van het NBG.
Vlnr Joost
van Neer, Vincent Hunink,Paul van Geest
Recensies
uit de (combi-)bespreking door W i
m v a n d e r
A a in het Nederlands Dagblad van
vrijdag 5 oktober 2018:
'Augustinus voelt het einde van zijn leven
naderen. Het is het jaar 427. Wat kan hij zijn
volgelingen, de christenen van Carthago en
wijde omgeving in het Romeinse Rijk, nalaten?
Hij maakt een bloemlezing van stukken uit de
Bijbel waarin de geboden en de verboden staan
die het christelijk leven richting geven en
tot volmaaktheid brengen. De geboden van God
functioneren als een soort spiegel, in het
Latijn Speculum (ondertitel), waarin een mens
wordt geconfronteerd met zichzelf, met zijn
zwakheden en onvolkomenheden. Wie daarmee
wordt geconfronteerd, die wordt gestimuleerd
zijn leven te verbeteren voor God en de
naaste. Zulke Specula, spiegels, werden in de
vroege Middeleeuwen wel vaker geschreven. Ze
functioneerden als een soort overzicht van de
gebeurtenissen in de wereld en de kerk en ze
geven inzicht tot verbetering van het
religieuze en morele leven. Augustinus
bedoelde zijn Speculum als een eenvoudig
overzicht van Gods geboden voor de gelovige
mens die God wil gehoorzamen. Het is geen
handboek voor ongelovigen of een verdieping
van het intellect. In dit boek vind je een
opsomming die dus voorbijgaat aan de
historische boeken uit de bijbel, zoals 1 en 2
Koningen, maar ook grotendeels het boek
Handelingen. Augustinus zegt: sommige zaken
moet een christen gewoon kennen, zoals Genesis
1:1 over de schepping. De geboden van God zijn
ook nu nog van belang om religieus en moreel
verantwoord te leven. Wie elke dag in deze
spiegel kijkt, die kan zien hoeveel voortgang
hij heeft geboekt in een goede mentaliteit en
daden en hoeveel er nog ontbreekt. Dat maakt
dankbaar voor wat je hebt ontvangen - de
genade dat God geeft wat Hij eist gaat voorop
- en dat geeft kracht om weer je best te doen
en te bidden en werken aan verbetering.
de Bijbel spreekt
Het is een bijzonder boek, waarin Augustinus
zelf nauwelijks aan het woord komt. De Bijbel
spreekt voor zichzelf met 555 citaten uit 24
boeken van het Oude Testament en 239 uit de 27
boeken van het Nieuwe Testament. Een enkele
keer lees je - in schuin gedrukte letters -
het eigen commentaar van de kerkvader van het
Westen. Meestal voorafgaand aan een serie
citaten uit een volgend bijbelboek, een enkele
keer achteraf. Dan legt hij uit waarom er wel
of geen of weinig citaten van een bijbelboek
zijn. Bijvoorbeeld over het Johannesevangelie,
dat hij het beschouwende en het meest
diepgaand van de evangeliën vindt, maar dat
niet uitblinkt in ge- en verboden. De Bergrede
uit Matteüs staat er daarentegen bijna
helemaal in. Het lijken nogal wat citaten al
met al, maar toch zegt hij dat hij maat heeft
gehouden, het boek is immers bedoeld om 'van
buiten te leren'. Waarvan akte! Kom daar nog
eens om vandaag. Toch heeft het Augustinus
zelf geholpen en getroost. Op zijn eigen
sterfbed in 430 liet hij de boetepsalmen (o.a.
Psalm 6, 37 en 51) opschrijven op grote vellen
en aan de muren van zijn sterfkamer hangen.
Hij kende ze uit zijn hoofd, maar wilde ze
toch als een spiegel voor zijn ziel voor zich
zien. Hij had daarbij genoeg aan de
letterlijke tekst van de Bijbel.
(...)
De overeenkomst tussen deze twee boeken zit in
de liefde voor de Bijbel en de overtuiging dat
het goed voor je is deze verhalen - bij
Augustinus de geboden - te kennen en toe te
passen. Bij Augustinus sta je rechtstreeks in
de spiegel van de Bijbel zelf te kijken, bij
Pieterse mag je meelezen en kijken in de
spiegel van zijn parafrase en toepassing.
Beide lijken me niet overbodig, sterker nog,
zeer nuttig.'
---
Zeer uitvoerige bespreking door S h
a r i B o o d t s
in K l e i o, online recensies,
2019