Paul van Geest & Vincent Hunink
Met zachte hand
Augustinus
over dwang binnen kerk en maatschappij
(brief 185)
Damon, Budel 2012
geb.,152 p.; ISBN 9789460360640; EUR
24,90
Tientallen
jaren leverde Augustinus (354-430) strijd
tegen tegen de beweging van de donatisten.
Onder de vele teksten die hij tot of tegen
de donatisten schreef is er uit de latere
periode een belangrijke brief. In deze
brief, nummer 185 uit het jaar 417, gaat het
eigenlijk niet eens meer over de verschillen
in de leer, maar alleen over de vraag: hoe
kunnen de donatisten terugkeren in de
moederkerk? Natuurlijk, als ze zich bekeren
en boete doen voor hun fouten, zijn ze
welkom en mogen ze binnenkomen. Maar als ze
nu niet willen? Mag de kerk ze dan een zetje
in de rug geven? Een beetje dwang
uitoefenen?
Brief 185 staat
bekend om zijn sleutelwoorden cogite
intrare, 'dwing ze binnen te komen'. En
staat daarmee model voor een kant van
Augustinus' denken waarbij veel moderne
mensen zich ongemakkelijk voelen.
Maar wie de
brief zorgvuldig leest kan zien dat
Augustinus beslist niet als een brute
machthebber dwang en geweld verheerlijkt.
Integendeel, hij heeft daar een grondige
afkeer van. Anderen dwingen is voor hem
zeker geen gemakkelijke oplossing, maar een
laatste redmiddel. Hij maakt de vergelijking
met een huis dat op instorten staat. Daaruit
red je wie je kunt, of mensen nu mee willen
of niet.
Centraal in
Augustinus' denken staat zijn overtuiging
dat de kerk, zíjn kerk, de universele kerk
is. Daar hoort iedereen, 'kaf en koren', in
thuis. In laatste instantie moet je mensen
dus een zetje in de rug geven in hun eigen
belang.
In deze
fascinerende tekst wordt duidelijk hoezeer
Augustinus worstelt met de kwestie van
dwang. Hij haalt er voorbeelden en
bijbelteksten bij, spreekt over juridische
verwikkelingen, en rakelt de geschiedenis op
in het conflict met de donatisten. Maar
steeds schrijft hij vanuit een gevoel van
christelijke naastenliefde en pastorale
zorg. Want het is duidelijk waarop hij uit
is: de eenheid van de kerk, als basis voor
redding van álle mensen.
Met zachte
hand bevat een volledige vertaling
van brief 185, de eerste in het Nederlands.
De tekst wordt voorafgegaan door een
uitgebreid, verhelderend essay over de
ontwikkelingsgang van Augustinus' denken
over dwang en geweld, waarvan brief 185 de
synthese vormt. Zelfs in deze omstreden
kwestie van dwang blijkt Augustinus
inspirerend te kunnen werken.
Publicatie november 2012
Tekstvoorbeeld
Het
bouwvallige huis
Stel, je hebt
twee mensen die in één huis wonen, een huis
waarvan wij zeker weten dat het een bouwval
is. Voordat het instort vertellen wij dat aan
ze maar ze willen ons niet geloven en blijven
koppig binnen zitten. Dan proberen wij ze daar
natuurlijk weg te halen, desnoods tegen hun
zin. En daarna laten we zien dat daar echt
instorting dreigt, zodat ze niet terug durven
naar de plek van het dreigend onheil. Doen we
dat niet? Dan is het oordeel dat wij wreed
zijn niet misplaatst.
Maar stel,
het ligt iets anders. Een van beiden zegt:
'Niet binnenkomen! Als jullie ons hier
weghalen maak ik mezelf van kant!' De ander
wil weliswaar niet weg en wil niet weggehaald
worden, maar durft ook geen zelfdoding aan.
Wat kiezen we dan? Allebei opgeven en gewoon
laten bedelven onder het puin? Of in ieder
geval een van de twee redden met onze
barmhartige hulp, terwijl de ander dan omkomt,
niet door onze schuld maar door zijn eigen
schuld? De keuze is heel gemakkelijk. Geen
mens is zo achterlijk dat hij niet ziet wat er
in zo'n geval moet gebeuren.
Goed, nu heb
ik een vergelijking gemaakt van twee personen,
één hopeloos geval tegenover één iemand die
gered is. Wat moeten we dan denken over een
klein groepje hopeloze gevallen tegenover een
onafzienbare menigte van bevrijde volken? Want
ja, we spreken hier over een aantal personen
die omkomen door hun eigen wil, maar het
aantal boerenhoeven, nederzettingen, dorpen,
vestingen, grotere plaatsen en steden dat
dankzij die wetten is bevrijd van dodelijke,
eeuwigdurende vernietiging is groter!
Desnoods één
Laten we over
deze kwestie nog iets zorgvuldiger nadenken.
Stel, in dat bouwvallige huis zitten heel veel
mensen en er is er in ieder geval één die je
kunt redden, en bij onze poging daartoe
springen de anderen van het dak om zichzelf te
doden. Dan zouden we verdriet hebben over al
die anderen maar troost vinden in het behoud
van die ene mens. Nee, we willen niet dat die
anderen zichzelf te gronde richten, Maar om
dat te voorkomen zouden we niet gewoon maar
iedereen laten omkomen zonder één mens te
redden!
Hier op aarde
is alles maar tijdelijk en kortstondig. Iemand
het leven redden is maar voor een beperkte
periode. En toch zet de ware rede en goedheid
ons ertoe aan mensen te hulp te schieten. Dus
hoe zit het als verkrijgen van het eeuwig
leven en vermijden van eeuwige straffen op het
spel staat? Hoe zien we dan het werk van
barmhartigheid dat we voor de mensen op ons
moeten nemen?
(brief 185, 33-34)
Recensies
Uit paginagroot
artikel in Friesch Dagblad door D r
. W . H . t e
n B o o m , [digitaal
volledig hier]:
(...) In het
onlangs uitgekomen boekje Met zachte hand. Augustinus
over dwang in kerk en maatschappij bieden
de theoloog Paul van Geest en de classicus
Vincent Hunink een vlot geschreven vertaling en
een nadere duiding van Augustinus’ gedachten,
die overigens teruggaat op twee eerdere
artikelen van Van Geest in het Engels.
(...)
Mooi werken de auteurs dit motief van Christus
als geneesheer uit vanuit Augustinus’ gulden
regel voor het samenleven: waar een broeder de
gemeenschap schaadt, moet hij - uiteindelijk -
worden verwijderd.
(...)
Wat opvalt in het boekje is de defensieve
insteek. Het verwijt dat Augustinus de ‘vader
van de Inquisitie’ wordt genoemd lijkt de
auteurs nogal te drukken, zodat de poging wordt
ondernomen hem daarvan vrij te pleiten.
Een dergelijke inzet komt nooit helemaal goed.
De verzachtende opmerkingen dat Augustinus
leefde in een tijd waarin geweld en dwang aan de
orde van de dag waren, versterken dan ook juist
de suggestie dat Augustinus toch een
gewelddadige element heeft waar wij afstand van
moeten (en kunnen) nemen.
Wie deze tekst echter onbevangen leest komt
eerder tot een geheel tegenovergestelde
conclusie: de feitelijke maatregel van dwang die
Augustinus hier zegent is niet meer dan dat de
overheid de Donatisten een boete van goudstukken
uitdeelt om hen zo als ketters te bestrijden!
Dat heeft met martelingen die de kerk zou moeten
uitvoeren (deze brief is dan ook niet aan paus
Bonifatius, maar aan de Romeinse militair
Bonifatius geschreven) niets te maken.
(...)
Bijzonder hiervoor lijken mij de laatste
bladzijden van deze brief (waar de auteurs
helaas niet op ingaan), als Augustinus stelt dat
het beter is dat de moederkerk pijn lijdt en
zelfs beschadigd wordt wanneer haar verloren
kinderen weer worden opgenomen, dan dat deze
verloren gaan. Dat is dan weer helemaal
Augustinus. Die liefde missen we niet alleen bij
de Inquisitie, maar ook bij onszelf.
+++
Boek is gesignaleerd en
samengevat in een uitvoerige bespreking van
vier nieuwe Augustinus-boeken door K l a a
s v a n d e
r Z w a a g in Reformatorisch
Dagblad, 28 december 2012, 10-11.
Geen relevante citaten met een oordeel over
inleiding en/of vertaling.
+++
Het boek is besproken in
een uitvoerige recensie in het Nederlands
Dagblad van 18 januari 2013 door R
i e n v a n d e
n B e r g. De recensent
besteedt vooral aandacht aan het conflict met
de donatisten, en brengt in dat kader ook de Psalm tegen de
donatisten ter sprake.
+++
'(...) De vertaling van
Vincent Hunink is tot slot een feest. Hij
slaagt erin een stokoude tekst in een dode
taal om te toveren tot levend Nederlands. Wie
een woord als "beoorlogen" zo mooi weet te
gebruiken, heeft terecht een prijs van het
Letter[en]fonds verdiend.'
uit de bespreking door M
a r i j k e L a u w e r s e
in Trouw van
29 januari 2013 (De Verdieping p.11)
+++
'(...) De brief, voor het
eerst in het Nederlands vertaald (VH) in
hedendaags, sprankelend Nederlands toont
wederom de kwaliteiten van Augustinus als
redenaar.'
Uit de bespreking door W.
H. J. v a n S t i p
h o u t in NBD biblion
(23-1-2013)
+++
'(...) Het is een weelde
dat uitgeverij Damon een breed publiek in staat stelt zich
een gefundeerd oordeel te vormen vanuit goed gedocumenteerde
vertalingen van de bronteksten.'
uit de signalering door
F B in Benedictijns Tijdschrift 2013/1,
p.47
+++
'Het thema wordt door
inleider Paul van Geest boeiend uitgewerkt' (...)
uit de korte recensie
door P i e t e r d e B o e r
in: Boeken, De Oogst april 2013, p.32
+++
+
latest
changes here:
19-04-2013 16:01
|