vertaald en ingeleid door Vincent Hunink,
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2020 (1e/2e dr), 3e
druk 2023
ISBN 978 90
25312411| geb. 144 blz; EUR 15
Een mooie baan,
veel geld verdienen, aandacht en bewondering
krijgen… dingen waarvan veel mensen dromen.
Maar volgens de Romeinse filosoof Seneca
(eerste eeuw n.Chr.) moeten we daar juist
vanaf.
Het leven is te kort, zegt hij, om te
verspillen aan bijzaken.
Richt je liever op wat er werkelijk toe
doet: op innerlijke kracht en kwaliteit, op
zelfbeheersing, op het goede.
Alleen zo kan een mens het ware geluk
bereiken.
Seneca’s tijdloze raad staat verwoord in
zijn geliefde Brieven aan Lucilius,
waaruit hier de eerste negenentwintig zijn
vertaald.
Een praktische en toegankelijke aanzet tot
filosofie.
In fraai geschreven, persoonlijke brieven
wordt de lezer meegenomen de diepte in.
Op weg naar zichzelf en naar innerlijke
vrijheid.
Fragment
uit brief 7
Wat
ik vind dat je bovenal vermijden moet? De
massa. Daar kun jij jezelf nog niet gerust
aan toevertrouwen. Ikzelf althans moet mijn
zwakte erkennen: ik kom nooit als dezelfde
persoon weer thuis. Iets van wat ik tot
bedaren had gebracht is verstoord geraakt,
iets van wat ik verjaagd had is
teruggekeerd. Het is als met zieken na een
lange periode van zwakte. Die kunnen dan
geen voet buitenshuis zetten zonder een
terugslag. Zo vergaat het ook ons en onze
zielen, die van een langdurige ziekte
herstellen.
Omgang met velen werkt verkeerd. Van
iedereen krijgen we een fout aangepraat,
ingeprent of ongemerkt aangewreven. Ja, hoe
groter de mensenmassa waar we ons in mengen,
des te groter het gevaar.
Maar niets is zo schadelijk voor een goede
moraal als het bijwonen van spelen. Want
juist dan sluipen er via het beleefde
plezier fouten binnen. Wat denk je dat ik
bedoel? Bij thuiskomst ben ik meer gefixeerd
op bezit en relaties en genot, ja, ik ben
wreder en onmenselijker, want onder mensen
geweest.