VincentHunink



HOME VERTALINGEN | ALLE PUBLICATIES | INDEX | CONTACT





Martialis

DE WAANZIN VAN ROME
Epigrammen boek 1


bezorgd, vertaald en toegelicht door Vincent Hunink,
ingeleid door Diederik Burgersdijk
Damon, Budel 2015
(Monobiblos,
1)


119 p. ISBN 978 94 6036 2118; € 14,90

extra: hier PDF van Latijnse tekst





 

De Romeinse dichter Marcus Valerius Martialis (ca. 40-ca. 102) is de koning van het epigram. In zijn scherpe puntdichten is de toon is fel en hard, vaak opzettelijk grof of obsceen. De dichter lijkt bij voorkeur woest uit te halen naar alles en iedereen. Maar soms last hij tussen het verbale vuurwerk ook wat gevoelige, lyrische teksten in. 

Martialis' werk is bedoeld om te amuseren en te prikkelen. De dichter wil de lachers op zijn hand krijgen. En in elk geval wil hij veel lezers bedienen: hij presenteert zich als een arme drommel die van zijn poëtische werk moet leven.

Afgezien van zijn thematische debuutbundels, zoals een boekje over het Colosseum, zijn de ruim 1500 epigrammen van Martialis verdeeld over 12 boeken. Die worden doorgaans gebruikt als bron voor bloemlezingen en zelden als geheel gelezen.

Deze integrale uitgave van Martialis' vroegste gemengde epigrammenboek doet het anders. Voor het eerst krijgt de Nederlandstalige lezer een complete bundel van de Romeinse dichter. Kort en lang, rijp en groen, vinnig en fijnzinnig: alles staat er zoals de dichter het zelf bijeenbracht. De complete 118 epigrammen laten als vanzelf ook thematische verbanden en rode draden zien. 

De vertaling kiest voor eigentijdse metrische vormen met korte versregels om de scherpte en humor van Martialis te behouden. In de inleiding krijgt de lezer alle informatie aangereikt voor een goed begrip van de literaire en culturele achtergrond.

Uit De waanzin van Rome rijst een amusant, rijk geschakeerd beeld op van het antieke Rome ten tijde van de Flavische keizers.

 


Vincent Hunink en Diederik Burgersdijk zijn beiden latinist aan de Radboud Universiteit Nijmegen


Klik hier voor een Latijnse tekst in dezelfde opmaak als het papieren boek.













FRAGMENTEN





1 Hooggeëerd publiek!

 

Hier is hij dan − u leest hem,

        vraagt naar hem −:

de wereldwijd vermaarde

        Martialis

met zijn spitse epi-

        grammenboekjes!

 

Beste lezer, wat u

        hem aan eer

en hulde gaf bij leven

        en bewustzijn

krijgen dichters zelden

        na hun dood.

 

 

2 Reclame

 

Je wilt mijn boekjes bij je

hebben, overal?

Je zoekt gezelschap voor

        een lange reis?

 

Dan koop ze! Dikke pillen

zijn het niet. Neem kisten

voor de Groten − ík pas

        in één hand.

 

Maar waar ben ik te koop?

Ik geef die informatie.

Dwaal niet doelloos rond,

        neem mij als gids:

 

de winkel van Secundus,

de geleerde, bij de

Vredestempel: dáár.

        Bij Nerva's Forum.

 

 

3 Hogerop

 

Lig jij liever, kleine bundel, in de winkels

        van het Argiletum* dan bij mij?

Je weet niet half, niet half hoe nuffig Rome is.

        Ze hebben daar, geloof me, teveel smaak.

De neus wordt nergens zozeer opgehaald, bij jong

        en oud, bij baby's: hoger dan giraffen!

Luid weerklinkt 'bravo!', jij strooit als diva kussen,

        maar je wordt gejonast tot en met.

Toch wil jij geen correcties van je meester, niet

        zijn strenge strepen door je grappen, nee,

'in hoger sferen' wil jij, flierefluiter, vliegen.

        Hup dan. Maar je lag veel beter thuis.

 

 

4 Apologie

 

Komt U, Caesar, soms

mijn boekjes tegen, frons

Uw wereldheersers-wenkbrauw

        dan maar niet.

 

Triomfen viert U, maar

daar mogen geintjes bij:

een Winnaar wil best stof

        voor grappen zijn.

 

De blik waarmee U Thy-

mele* c.s. beziet,

lees daarmee alstublieft

        ook wat ik schrijf.

 

Vermaak kan door de beugel

als 't onschuldig is:

mijn teksten zijn gewaagd,

        mijn leven deugt.

 

 

5 's Keizers antwoord

 

'k Schenk jou een naumachie,

jij Mij je poëzie?

De plomp in kun jij, Marcus,

        met je boek.'

 

 

6 Leeuw en haas

 

De arend droeg de jongen*

door de hoge lucht:

de vracht hing veilig in

        benauwde klauwen.

 

Nu zijn Caesars leeuwen

ook gewonnen door

hun prooi: een haasje huppelt

        in hun muil.

 

Welk wonder is het grootste?

Beide zijn bedacht door

Hoogste Machten: Caesar!

        Jupiter!

 

 

7 Mus en duif

 

Mijn Stella's troeteldier,

        zijn witte duif,

die wint het, Maximus

        (Verona* sorry!)

van Catullus' musje.

        Tja, mijn Stella

overtreft Catullus

        evenzeer

als musjes onderdoen

        voor dikke duiven.

 

 

8 De ware Stoďcijn

 

De grote Thrasea

en Cato* de Volmaakte

volg jij na, maar met

        behoud van leven:

 

'Niet met blote bast

de zwaarden tegemoet!'

Uitstekend, Decianus,

        prima zo.

 

Voor mij geen held die zijn

beroemdheid koopt met bloed

maar een die zonder sterven

        lof verdient.

 

 

9 Kan niet

 

Een vent die leuk én groot is,

Cotta, wil jij wezen.

Maar wie leuk is, Cotta,

        is een ventje.

 

 

10 Een beste bruid

 

Gemellus vraagt om Maronilla's

        hand.

Hij wil! Hij bidt en smeekt en schenkt

        gaven.

Maar is zij dan zo'n beauty? Nee:

        monster!

Wat maakt haar zo aantrekkelijk?

        't Kuchen.

 


 

 


 



    



RECENSIES


Uit de bespreking van H R  in Katholiek Nieuwsblad van 15 juni 2015:

"(...) Hunink is er goed in Latijn om te zetten in vlot Nederlands met een tinteling, dat toch niet geforceerd modern aandoet. Plat is het soms wel, maar dat ligt helemaal aan Martialis die er niet voor terugdeinsde de geslachtsdelen van zijn doelwitten tot onderwerp te nemen. Daar keken de Romeinen trouwens niet van op, want het was nu eenmaal een grove beschaving. Jammer genoeg is de uitgave niet tweetalig, maar ik zal dit boekje met genoegen naast mijn Tusculum-editie zetten, om steeds een mooi Nederlands alternatief bij de hand te hebben."

===


Uit de bespreking van J o e r i   F a c q   in  Prora, driemaandelijks tijdschrift van de Vereniging van Leerkrachten Oude Talen, 20,2, april-juni 2015, blz. 22:

"(...) Tot nu toe verschenen er vooral bloemlezingen van Martialis, waarin de meest 'vulgaire' teksten werden gecensureerd. Deze bundel is de eerste waarin een volledig boek van Martialis in onverkorte en ongekuiste versie in Nederlandse vertaling wordt gepubliceerd. Vincent Hunink, die eerder al zijn sporen verdiende als vertaler van klassieke teksten, heeft geprobeerd om de versmaten en de taal van Martialis zo goed mogelijk weer te geven, maar toch een leesbare en hedendaagse vertaling af te leveren. Hoewel poëzie zich daar niet meteen toe leent, zijn er bij die passages waar de vertaling echt niet voor zichzelf spreekt, verklarende aantekeningen toegevoegd. Maar laat de lezer vooral genieten van 118 venijnige, prikkelende en amusante epigrammen.'

===

Uit de bespreking van W o u t e r   E t i e n n e  op www.cuttingedge.be

"(...) Deze publicatie van Damon verdient alle lof. Door integraal een werk uit de oudheid te publiceren, krijgt de lezer te zien hoe publicaties er in de oudheid uitzagen. Zo zien we hoe Martialis bewust omgaat met hoogwaardige puntdichten, afgewisseld met ‘opvulsel’, dat een grote dynamiek geeft die het lezen doet vlotten. Bloemlezingen houden de kwaliteit van gedichten vaak veel te hoog, waardoor het vermoeiend wordt.

Op de vertaling valt er kritiek te geven. Deze publicatie is gemaakt voor een breed publiek, wat op zich uitstekend is. Niettemin is het jammer dat de originele Latijnse tekst niet mee is afgedrukt. Latijn is op sterven na dood - akkoord - maar door de originele tekst niet mee af te drukken, wordt de dode taal in een vertaald keurslijf gewrongen en wordt het onmogelijk om nieuwe interpretaties van de tekst te vormen. Zo lijkt het alsof de vertalers zich verbergen achter een mistige sluier omtrent hun interpretatie van de oorspronkelijke tekst. [Oorspronkelijke tekst is hier gratis te downloaden.]

Niet enkel het ontbreken van de originele tekst is een hekelpunt, ook de progressieve vertaling is op zijn minst opmerkelijk. Zo worden bijvoorbeeld Latijnse namen zomaar vervangen door moderne Nederlandse namen of lijken Nederlandse spellingsregels omtrent ‘te veel’ en ‘teveel’ gestrand te zijn in de oudheid. En dat er in de oudheid überhaupt Frans en Engels werd gesproken, is wel erg frappant."

Volledige tekst: http://www.cuttingedge.be/boekenstrips/martialis-de-waanzin-van-rome

===

uit de bespreking door E m i l y   H e m e l r i j k  voor NBD Biblion (augustus 2015):
"De pointe van de grap of spot is voor ons niet altijd meer te vatten, maar in de uitstekende, puntige, vertaling van Vincent Hunink, bekend van talloze vertalingen uit het Latijn, zijn ze als poëzie ook voor de moderne lezer te waarderen. Met inleiding en verklarende noten. Warm, aanbevolen."


===

uit de bespreking door B e r t   G e v a e r t   in Hermeneus 87, 2015, 179

"(...) Doelbewust schreef hij volgens Sven Lorenz (2004) wellicht een eigen, coherent epos van twaalf boeken over het Rome van zijn tijd. Het is jammer dat er in de inleiding en het nawoord van deze vertaling niet dieper ingegaan wordt op deze recente en boeiende invalshoek in het moderne Martialisonderzoek, hoewel Hunink toch kort refereert naar het bestaan van thematische rode draden. Het zou de relevantie, coherentie en kracht van een aantal gedichten die men nu ‘maar even snel moet doorlezen’ ook veel duidelijker maken.
De vertaling zelf is – zoals gebruikelijk – bij veelvertaler Hunink van onberispelijke kwaliteit, hoewel zijn metrische vertaling misschien soms de humor mist van Frans van Doorens rijmende vertaling. Ook de titels die Hunink aan de vertaling voegt zijn niet bepaald grappig of spits te noemen. De commentaar bij de epigrammen is doelbewust beknopt gehouden, waardoor Martialis’ humor vaak niet meteen duidelijk is voor de hedendaagse lezer. Anderzijds is de vertaling van Hunink een perfect instrument voor classici die een vertaling willen die prettig leesbaar is maar toch vrij nauw bij de originele tekst aansluit. Deze volledige vertaling van het eerste boek van Martialis verdient alle lof en ‘ontsluit’ de dichter als een poeta doctus. Het maakt duidelijk dat Martialis veel meer is dan een dichter van luchtige, frivole of obscene teksten en misschien vindt de hedendaagse lector studiosus - met deze vertaling in de
hand- wel een duidelijk leidmotiv in dit eerste epigrammenboek?"

===

uit de bespreking door D i e t e r   W i l d e m a u w e   in Kunsttijdschrift Vlaanderen 64, 2015, 355

"In zijn uitstekende inleiding gaat Diederik Burgersdijk in op het antieke spel van imitatio en aemulatio (...) De lichte toon ten spijt heeft de vertaler aan dit werk een hele kluif, zeker als hij, zoals hier het geval is, de lat hoog legt. Martialis' gebruikte metrum wisselt vaak, hij speelt met taal en op het einde verwachten we op zijn minst een glimach, iets wat Vincent Hunink meestal ook lukt. Hij maakt metrisch consequente keuzes en week rake parallellen te vinden waar het origineel speelt met Romeinse namen of Griekse woorden. (...) Op het einde van het boek is bij sommige gedichten wat uitleg voorzien, maar dat deel hadden we graag uitgebreider gezien. (...) "

===

tweede helft van de lange bespreking door N a d i a  S e l s  in Poëziekrant 39,5 (sept-okt 2015), 56-57:

"Huninks keuze zorgt ervoor dat we Martialis in al zijn aspecten te zien krijgen. Obscene schimpdichten naast zachtzinnige verzen. Mouwvegerij bij de machtigen naast innemende, oprecht aandoende schrijfseltjes voor vrienden. Universeel herkenbare sociale komedie naast stukjes waarvan de grap de moderne lezer bijna compleet ontgaat. Verrassend voor wie Martialis alleen van zijn grove grappen kent, zijn met name de ontroerende klaagzangen. Onder andere die op de vroege dood van Demetrius, een van zijn slaven: ingetogen vertelt Martialis hoe hij hem op zijn sterfbed de vrijheid gaf, zodat hij als vrij man af zou kunnen dalen naar de schimmen. Desalniettemin blijft de stervende hem 'patroon' noemen. Deze liefdevolle verhouding tussen meester en slaaf toont meteen aan hoe de lectuur van deze bundel een vaak onverwachte kijk op het antieke Rome geeft.

Historisch documenteren lijkt dan ook de belangrijkste doelstelling van deze bundel. Maar Hunink hecht ook veel belang aan het literaire totaaleffect, en die twee komen onvermijdelijk in conflict. Zo is het notenapparaat bijvoorbeeld erg kort gehouden, want, zo stelt Hunink in zijn toelichting, 'in een bundel poëzie past geen uitgebreid notenapparaat of als 'een noodgreep, een literaire doodzonde', en hij mikt er dan ook op Martialis' epigrammen 'zo te vertalen dat ze voor de lezer in wezen geen raadsel oproepen'. Begrijpelijke, verdedigbare keuzes, die echter wel impliceren dat de lezer die historisch het fijne van de zaak wil weten toch wel wat mist.


Zo moffelt Hunink hier en daar Latijnse begrippen die om uitleg zouden vragen weg, en vertaalt andere dan weer met bekende Nederlandse namen. Een verwijzing naar een vers uit de Ilias wordt zo verruild voor het Wilhelmus, en de Romeinse komieken Gabba en Tettius Caballus worden vervangen door Van Kooten en De Bie (meteen ook een illustratie van de Noord-Nederlandse inslag van de vertaling). Hunink mag dat dan wel doen volgens de regels van de kunst, de lezer vraagt zich in de gevallen waarbij annotatie ontbreekt toch wel af wat er oorspronkelijk stond.


Nog zo'n voorbeeld is het fijne epigram 32, dat de titel 'vrij naar Catullus' meekreeg: 'Sabidius, ik moet jou / Niet. Waarom? Ik weet niet. / Eén ding weet ik wel: ik / moet jou niet.' Dit pareltje wordt er alleen maar beter op als je doorhebt dat Martialis hier zinspeelt op het overbekende carrnen 85 van zijn grote voorganger Catullus ('Odi et amo. quare id faciam, fortasse requiris? nescio, sed fieri sentio et excrucior'). Net als bij Catullus overstijgen ook Martialis' gevoelens elke rationele uitleg al zijn ze bij hem dan louter negatief. Die link zal echter zelfs voor een classicus niet zomaar duidelijk worden op basis van enkel de titel, die daardoor voor vele lezers een ergerlijk stukje mysterie zal blijven. In dit en andere gevallen was ook de poëzie zelf misschien gediend geweest met wat extra uitleg.


Het grootste gebrek van deze bundel is daarom dat hij tussen twee stoelen valt. Het is niet de geannoteerde, tweetalige uitgave waar een classicus misschien op gehoopt had. Maar het is ook niet de ideale bundel om de doorsneeliteratuurliefhebber voor Martialis in te nemen. Daar heeft het genoemde 'bladvulsel' veel mee te maken, maar ook Huninks vertaalstijl. Ik plaats ter illustratie hier een van zijn epigrammen naast dezelfde regels in de versie van Patrick de Rynck:


'Ze zijn te lang, jouw epigrammen!'

Aldus pleeg jij mij af te kammen.

Maar wat er bij jou zelf aan schort?

Jij schrijft er geen: ze zijn te kort!

(De Rynck)

 

'Lange verzen schrijf je!',

zeg jij, Speedy. Maar

persoonlijk schrijf je niets.

Maak jij ze korter?

(Hunink)

 

Hunink zit dichter op het Latijn, dat in elk geval. Maar de gemiddelde lezer zal wellicht eerder grijnzen bij het rijm en dreunend ritme van De Rynck. Hunink mag dan wel een goede vertaler zijn, maar hij mist wat mij betreft soms de schwung en het gevoel voor timing van een echte komiek. Al valt over humor natuurlijk niet te twisten.

De lezer kan op dat punt zijn eigen oordeel vormen."



===



signalement door KS in De stem van het boek, 26, 2015,3/4, dec. 2015, 18-19.


"...(De gedichten) geven een indringend en zeker niet altijd vleiend beeld van het Rome uit de tijd van de Flavische keizers, maar dankzij de spitse vertaling zijn ze ook gewoon leuk om te lezen..."



===


uit de bespreking op www.archeologienederland.nl door N i e l s   S t o f f e l s (volledige tekst klik hier)


"De gevatheid van de gedichtjes blijft vermakelijk, maar niet alle elementen van de epigrammen doorstaan de tijd zo gemakkelijk. Gelukkig heeft Vincent Hunink gekozen voor een actuele vertaling, waardoor bijvoorbeeld de rake grappen blijven werken.  Martialis stoelt op een lange literaire traditie die hij verwerkt in zijn epigrammen. Ze staan vol verwijzingen naar dichters, mythen en andere voor de huidige lezer cryptische zaken. Ook creëert Martialis onderling tussen zijn gedichten verbanden. De inleiding, beperkte annotatie en de verantwoording van de vertaling brengen verheldering zonder de epigrammen te verstoren.

 

De eerste publicatie in de Monobiblos-reeks is een mooie vertaling van het eerste boek van de epigrammen van Martialis geworden. De schunnige, liefelijke en geestige puntgedichten staan op zichzelf, mede dankzij de manier van vertalen. Daarbij reikt de vertaling genoeg handvatten aan om ook de diepere dimensies van de epigrammen te kunnen waarderen."


===


Uit het artikel van D a v i d   O m a r   C o h e n  in Filter 27,1 maart 2020, 57-62:

‘(…) Dat het ook anders kan, bewees een andere veelvertaler uit het klassieke veld met zijn versie van het eerste boek van Martialis’epigrammen: (…) Vincent Hunink heeft in zijn vertaling, schrijft  hijzelf, ‘niet, gestreefd naar een-op-een-handhaving van de antieke metrische vormen', maar geprobeerd om met zijn gebruik van niettemin regelmatige, op het Nederlandse vers toegespitste metra 'iets over te brengen van Martialis' slagkracht, humor en streven naar constante variatie’ (p.114).Het resultaat mag er zijn: hier horen we de dichter Martialis aan het Nederlandse woord.’

===








latest changes here:

 

 

HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2022 V. Hunink

copyright statement  / contact