VincentHunink



HOME VERTALINGEN | ALLE PUBLICATIES | INDEX | CONTACT





LEVEND IN STEEN
Romeinse Grafinscripties

ingeleid, bezorgd en vertaald door Vincent Hunink

Damon, Budel 2007

ISBN 9789055737543; 272 blz. geb. € 22,90


De Romeinse literatuur staat voor een groot deel ver af van het dagelijkse leven. Gewone mensen, met hun eigen zorgen en hun eigen verhalen, komen we er niet veel tegen. Daarvoor kan de lezer gelukkig terecht bij een groot aantal overgeleverde grafinscripties. In soms onbeholpen Latijn en met veel cliché's en standaardwendingen hebben mensen uit de hele Romeinse tijd, overal in het Rijk, geprobeerd om iets van zichzelf of hun dierbare naasten voor eeuwig vast te leggen.

Trotse grootspraak en ontroerende tederheid, persoonlijke drama's en verdriet maar ook vrolijkheid, spot en getuigenissen van levensgenieters, in Levend in steen trekken ze allemaal voorbij.

Deze zeer ruime bloemlezing bevat een kleine zevenhonderd inscripties, in Latijn en vertaling. De teksten zijn gegroepeerd naar thema en worden verder zonder commentaar gegeven: ze spreken, letterlijk, voor zichzelf.

Het boek is een grondige bewerking van de Duitse bloemlezing in de Tusculum-reeks door G. Pfohl. De teksten zijn herzien en uitgebreid, en volgens andere principes vertaald (metrische en halfmetrische teksten in vrije verzen) en toegelicht. De selectie als geheel is aangevuld met een reeks christelijke en lokale inscripties.



'Grafschrift ontroert na 2000 jaar nog'


Over het boek verscheen een interview met Vincent Hunink in De Gelderlander van 7 maart 2007 (p.13). 

De tekst hiervan is hieronder overgenomen met welwillende medewerking van de journalist, Hans Gulpen.

 

Nijmeegse latinist Vincent Hunink bundelde Romeinse grafschriften.

door Hans Gulpen

NIJMEGEN - Goed van afkomst, met mooie wangen, maar vol schroom, ligt zij hier, ten slotte, verdrukt door een ongunstig lot. Een en dezelfde nacht gaf haar haar bruiloft en haar dood.’

Gestorven tijdens de eerste huwelijksnacht: het overkwam de twintigjarige Solida uit Aquileia, circa 400 na Chr. Wat is hier gebeurd? We zullen het nooit weten. Solida’s grafschrift is te vinden in Levend in steen, een bloemlezing van Romeinse grafteksten van de Nijmeegse latinist Vincent Hunink.  

Opwekkend boek, meneer Hunink. Wat hebt u met grafschriften?

„In mijn studietijd kreeg ik vooral hoog-literaire klassieken te lezen: Vergilius, Cicero, Tacitus. Prachtig natuurlijk, maar het leven van gewone mensen zie je in hun werk niet terug. Toevallig kreeg ik al vroeg ook een boek met Romeinse grafschriften in handen. Dat boeide me enorm. Het is of je mensen van lang geleden, in hun eigen woorden, weer tot leven ziet komen. Toen wist ik meteen: hier wil ik ooit méér mee doen.”

Wat leren we van de inscripties?

 „De grafschriften geven vaak details over het gezinsleven van de dode. Daar kun je veel uit afleiden over het dagelijks leven van de Romeinen. Zo kom je artsen en kooplui tegen, vroedvrouwen, kroegbazen, middenstanders, huismoeders en slaven. Die zie je in de hogere literatuur niet zoveel. Ik vind die historische informatie niet eens zo belangrijk. Ik wilde de teksten voor zichzelf laten spreken. Want ze zijn vaak ontroerend. Ik was op zoek naar mooie, persoonlijke teksten, die iets wezenlijks zeggen over de mens erachter. Dat is zo prachtig aan deze grafschriften: iemand wordt in drie regels treffend neergezet. Een paar woorden zijn genoeg om lezers te ontroeren. Zelfs na tweeduizend jaar.”  

Zijn er tearjerkers bij?

„Bij een paar ervan heb ik echt een traantje weggepinkt. Teksten over gestorven slavenjongens van zestien of kleine meisjes die net konden praten: levens in de knop gebroken. Dan realiseer ik me wat een geluk ik zelf in het leven al heb gehad. Een van de allermooiste grafschriften: ‘Mijn advies aan de mensen: niemand moet de moed laten zakken.’ Geweldig dat iemand zoiets op zijn graf zet!”  

Wat zet u op uw eigen steen?

 De nabestaanden moeten maar kijken wat ze willen. Maar als ze niets kunnen verzinnen, heb ik in mijn archief een Latijns grafschrift klaarliggen, waarin een paar hoofdzaken staan. Mijn naam, en dingen waar ik altijd van hield: de zon, het Latijn, lieve mensen en mooie dingen, kortom van het goede in het leven. En verder dat ik nergens meer van weet en in handen ben van God. Daar hoop ik dan maar op.”



FRAGMENTEN


66

A]emilia Donatiua u(ixit) a(nnum) I m(enses) IIII d(ies)

XIII h(ic) s(ita) e(st), quae dulcior uixit rosa.

+ Aemilia Donativa, die een jaar, vier maanden en twaalf dagen leefde, is hier gelegen. Zij leefde zoeter dan een roos.

Tébessa  (DZ), CE 2185.

 

67

Sex. L. M. Iuliei C(ai) f(iliei) parentibus sueis.

+ Van Sextus Julius, Lucius Julius en Marcus Julius, zoons van Gaius, voor hun ouders.

St. Remy (FR), CIL XII 1012, 1e eeuw v. Chr.

 

68 (graf van Claudia Extrikata)

Haec cum scriberem, lacrimis atramentum temperaui. Dulcissima mater filiis salutem. Quid statis et recitatis titulum monumenti mei? XLV annis uobis uixi, in XLVI excidi, quando datum est.

+ Toen ik dit schreef heb ik met de inkt verdund met tranen. Ik, allerliefste moeder, groet mijn kinderen. Wat staan jullie daar en lezen jullie dit grafschrift van mij voor? Vijfenveertig jaar heb ik voor jullie geleefd, op mijn zesenveertigste ben ik weggevallen, toen mij dat gegeven was.

Cherchell (DZ), DE 8144.


69

Garrula cum uenerit nobis in mente loquella

         incendis uarios uiscera nostra focos.

Pulcher in aspectu ludebas in aula parentum

         cunctorum gaudens blandus amator eras.

Eheu quam misera contundis ossa sepulchri,

         fimbria parentum altera flamma cremas.

+ Wanneer je gebabbel en

gekwebbel ons in gedachten komt

zet je ons hart met

allerlei gloed in brand.

Een mooi jongetje was je,

als je zo speelde in je ouderlijk huis.

Iedereen maakt jij vrolijk

en wond jij om je vinger.

Ach, wat beknel jij

je arme botten in het graf:

met een tweede vuur

brandt jij je ouders’ ingewanden.

Rome, DI 4748, in een handschrift overgeleverd. Metr.

 

70

Rapta sinu matris iacet hic miserabilis infas

ante nouem plenos lunae quam uiueret orbes.

+ Ontrukt aan je moeders schoot

ligt hier een arm meisje,

nog voordat ze negen

volle maanden had geleefd.

Rome, CE 397, 1e eeuw, in een handschrift overgeleverd. Metr.

 

71

Hic Optata sita est, quam tirtia rapuit aestas.

         Lingua, manu numquam dulcior ulla fuit.

+ Hier is Optata gelegen,

weggerukt in haar derde zomer.

In woorden of gebaren

was er nooit een zoeter kind.

Rome, CE 2124, DI 4756. Metr.

 

72 (graf van Flavia Amoena)

Vt rosa amoena homini est quom primo tempore floret,

         quei me uiderunt, seic ego amoena fui.

+ Zoals voor een mens een roos

mooi is in haar eerste bloeitijd,

zo was ik, voor wie mij

hebben gezien, mooi.

Rome, CE 967, 1e eeuw v. Chr. Metr.

 

73 (graf van Maria Victorina)

Bis nonam carptura rosam mihi decidit aetas,

heu dolor, et uernum maculauit funus Aprilem.

+ Toen ik mijn tweemaal negende

roos ging plukken, viel ik weg.

Ach, wat een verdriet: april

bezoedeld door een lente-begrafenis.

Rome, CE 1966 A, DI 104. Metr.

 

74 (graf van Calliste, ‘de Mooiste’)

Calliste mihi nomen erat, quod forma probauit.

         Annus ut accedat, ter mihi quintus erat.

Grata fui domino, gemino dilecta parenti.

         Septima languenti summaque uisa dies.

Causa latet fati, partum tamen esse loquontur,

         sed quaecumque fuit, tam cito non merui.

+ Calliste was mijn naam,

en mijn schoonheid maakte die waar.

Met één jaar erbij nog

was ik drie maal vijf geworden.

Ik  was graag gezien bij mijn meester,

geliefd bij beide ouders,

Zeven dagen lag ik ziek,

en dat was de laatste dag die ik zag.

De lotsoorzaak is onduidelijk.

’t Moest zo zijn, heet het dan.

Maar wat het ook was,

zo snel had ik dat niet verdiend.

Rome, CE 1035. Metr.



Recensies en signalementen


Het boek is gesignaleerd met ca. 15 regels beschrijvende tekst in: Nederlands Dagblad van vrijdag 2 maart 2007, Het Katern, p.3 (rubriek Boeken kort, door Nelleke V e r m e e r). Verder onder meer in het vaktijdschrift Het Uitvaartwezen van juni 2007, p.23 ('Ook al zijn het vertalingen uit een dode taal, de inhoud spreekt levendig tot de verbeelding en doet met een lach en een traan recht aan het leven.')

Verder een kort fragment plus verwijzing in KBO Ziezo van juli 2007, p.3 (krant van Katholieke Ouderenbond Brabant)

Een signalement verscheen verder in: De stem van het boek 19,2008,1 door K.S. Conclusie: 'prachtig verzorgde uitgave'.

===============

PAPIEREN KERKHOF VOL MENSEN
recensie door P a t r i c k   D e  R y n c k 
in: De Morgen 11 april 2007, bijlage Encore p.9 

Wie de gewone man en vrouw uit de oudheid aan het woord wil laten, kan niet om de tienduizenden grafopschriften heen die gelukkig bewaard zijn gebleven en die uit alle lagen van de bevolking komen. Het zijn onmisbare bronnen als je een sociale geschiedenis met een menselijk gezicht van Athene en Rome wil schrijven. Niet toevallig maakt ook Fik Meijer in **Vreemd volk** enkele keren gebruik van deze bronnen in steen. Vincent Hunink, de meest productieve vertaler van Griekse en Latijnse teksten uit de Lage Landen, verzamelde in zijn tweetalige **Levend in steen** ongeveer zevenhonderd Romeinse grafteksten of delen daarvan.

Dat leverde een op veel bladzijden ontroerend boek op, een papieren kerkhof vol met mensen die wensten dat hun naam werd vereeuwigd. Veel Romeinen van alle rangen en standen vonden een eigen grafschrift, hoe onhandig en vol fouten ook, belangrijker dan ons soort mensen met het voorgeprogrammeerde “Rust zacht, lieve bompa” en “We vergeten je nooit”. Het gamma is breed: het gaat van “Alexio, bibliothecaris des keizers” tot hele gedichten, minibiografietjes en dreigementen van de machteloze dode aan het adres van kandidaat-grafschenners. Simpelweg pakkend zijn de grafschriften voor kinderen en verrassend die voor dieren, opmerkelijk is de directheid van veel teksten en de onzekerheid die eruit spreekt over wat er na de dood komt.

Veel rechtstreekser kan het contact met de gevoelens en gedachten van oude Romeinen niet meer worden, en dat is volgens Hunink “misschien wel het hoogste wat met de studie van een ‘dode taal’ bereikt kan worden”. Zijn funeraire collectie is het resultaat van voelbaar liefdewerk.'

 ===============

recensie door G. B e r v e l i n g
voor NBD Biblion (mei 2007)

'zeer gevarieerde keuze...' 'Als je de teksten tot je laat doordringen, komt als het ware heel de maatschappij langs en hoor je de mensen zelf' 'Vincent Hunink (Radboud Universiteit Nijmegen) leverde niet alleen een prachtige vertaling, maar wijst geïnteresseerden heel vakkundig ook op taalkundige details. Een korte inleiding en een nawoord maken dit indrukwekkende boek echt 'af'. Verzorgde, gebonden uitgave met leeslint.'

===============

recensie door Robert D u t h o y (Univ. Gent)
In: Hermes (tijdschrift van de Vlaamse vereniging leraren geschiedenis, 11,42, sept. 2007,124-126)

'... Enkele detailonnauwkeurigheden buiten beschouwing gelaten, is de vertaling uitstekend hoewel het hier om teksten gaat die niet altijd gemakkelijk in vlot Nederlands om te zetten zijn. 
Bij de selectie heeft Hunink zich voornamelijk, maar niet uitsluitend, laten leiden door een vroeger in het Duits gepubliceerde bloemlezing. Bijzonder prijzenswaardig is dat ook de Latijnse tekst wordt meegegeven. Als historicus betreur ik uiteraard dat sommige inscripties niet in hun geheel zijn opgenomen maar Hunink benadert de teksten vooral vanuit literair oogpunt en dan valt te begrijpen waarom zakelijke informatie op de inscriptie achterwege wordt gelaten. 
(...) Liever dan uit te weiden over het belang van de informatie die deze inscripties bevatten geef ik er de voorkeur aan om, bij wijze van teaser, enkele voorbeelden te citeren die een goed idee geven van wat deze inscripties ons te vertellen hebben. Het viel me daarbij bijzonder moeilijk mijn selectie beperkt te houden (...)
'Deze achttien voorbeelden zijn een lukrake keuze uit de 700 die Hunink heeft verzameld en, zoals men kan vaststellen, uitstekend vertaald
.'

===============

recensie door Charles V e r g e er
In: Filosofie Magazine 17,3 juni/juli 2007, 61-62

'Vincent Hunink is een bijzonder vertaler. Niet alleen is de kwaliteit van zijn vertalingen buiten kijf, maar hij vertaalt gelukkig vaak teksten die onze aandachten verdienen, maar zelden krijgen. In de Bibliotheca Latina Archaica onlangs de brokstukken van de tekst van de Annalen van Quintus Ennius. Nu verzorgde hij weer een mooi uitgegeven editie van Romeinse grafinscripties. Omkranste slaafjes zouden hem dagelijks moeten komen toezingen en druiven en wijn aanreiken. Bij ontstentenis daarvan brommen wij wat. 
Vertalen immers is een bezigheid als schaken - hoewel je bij elke partij eigenlijk geen partij voor de grootmeester bent, levert de analyse en nabespreking altijd weer vraagtekens op: zwakke zet
   (... detailkritiek op 2 inscripties op p. 93 en 26...)
De vertaling van deze grafschriften is goed leesbaar, zeer verantwoord en zorgvuldig en boordevol verrassingen. Lezen dus (...)'

===============

recensie door J o o r i s  V a n  H u l l e
in: Poëziekrant 31,4, juni 2007, 65-67 (tegelijk met Patrick Lateur, Dichters hebben vele moeders, Voltaire, 's-Hertogenbosch 2007)

De bespreker beschrijft de beide boeken in detail, met vrij uitvoerige voorbeelden. Twee oordelende citaten over Levend in Steen tot slot:

'(...) De selectie die Vincent Hunink maakte voor zijn Levend in Steen biedt in zijn onderlinge samenhang een verantwoord en overtuigend beeld van een van de belangrijkste aspecten van de dodencultus in de antieke Romeinse wereld.
(...) dit rijke boek, dat de cyclische gang van leven en dood, van stilstand en beweging in woorden vat'

===============

recensie door F l o r i s   O v e r d u i n
in: Ex Tempore / Verleden Tijdschrift, 26, 2007, 235-237

Na een uitvoerige beschrijving van de inhoud van het boek volgt een evaluatie:

'Voor wie is dit boek interessant? De ±700 grafinscripties bieden een fors aanbod van teksten die voor elke oud-historicus interessant zijn, al was het maar omdat de bundel een heel aardige doorsnee lijkt te geven van wat het oude materiaal te bieden heeft. Daarbij moet uiteraard wel gezegd worden dat de grafschriften hoofdzakelijk op basis van hun literaire merites geselecteerd zijn en niet primair als representatieve selectie voor een bronnenboek. Wie de bundel bovendien als bronnenboek wil raadplegen zal zich gehinderd voelen door het beperkte aantal categorieën, wat het zoeken niet vergemakkelijkt. Dit doet echter niets af aan het feit dat de moderne lezer in deze collectie een schat aan materiaal bijeenvindt, helder vertaald, net verzorgd en fraai uitgegeven in een ruime opmaak. Inleiding en nawoord zijn informatief, waarbij ook aandacht is voor de leesbeleving van dit soort teksten. De meer zakelijke kant, zoals bijvoorbeeld de sociaal-economische dimensie van Romeinse grafinscripties, is voor de historicus waarschijnlijk wat minder bevredigend behandeld. Wie echter belangstelling heeft voor een vrij directe kennismaking met ‘echte Romeinen’, en niet enkel met een wetenschappelijke blik deze teksten benadert, zal in Levend in steen veel van zijn gading vinden. '

=============

recensie door B e r t  S e l t e r
in: Hermeneus 79, 2007, 255

'De nieuwe Hunink' is stilaan een begrip in de Lage Landen. De vertaler kan ondertussen bogen op een indrukwekkende reeks klassieke vertalingen, die nog jaarlijks met enkele werkstukken uitgebreid wordt, en mag gelden als ÚÚn van de meest productieve ontsluiters van de Latijnse literatuur voor het nederlandstalige publiek. Zijn recentste onderneming was het opstellen van een nieuwe, tweetalige bloemlezing van Latijnse grafinscripties. Het resultaat is een elegant vormgegeven, stevig gebonden en goed in de hand liggend boekwerk, dat een rist degelijke vertalingen van zeer uiteenlopende antieke grafschriften herbergt. De basis voor het boek was de Duitse bloemlezing van G. Pfohl, maar één en ander is door de bloemlezer van dienst grondig veranderd, zowel op vlak van thematische groepering als van presentatie. En dit ten goede.
(...)
Voor het vertalen heeft de auteur een aantal opmerkelijke keuzes gemaakt. Het valt op dat de vertalingen af en toe ietwat stroever lopen dan we van de man gewoon zijn, waarmee hij poogt het middelmatige niveau en/of formulaire karakter van sommige teksten weer te geven. Omgekeerd vinden ook de poétisch bevlogener passages hun weerklank in het Nederlands (de 'roverstong' van 2.164 blijft me bijvoorbeeld achtervolgen). Eigenaardiger is de keuze om Griekse tekst in het Engels te vertalen, de achterliggende redenering waarvan mij duidelijk is, doch de uitwerking waarvan, voor mij persoonlijk, tenenkrullend is. Het is geen boek dat detailkritiek of technische opmerkingen verdient (de auteur zelf licht zijn opzet ook voldoende toe), maar één praktische noot vind ik toch op zijn plaats: ofschoon het geen wetenschappelijk instrument is, zou een lijst van concordanties tussen de bloemlezing en de wetenschappelijke corpora een welkome toevoeging zijn voor eventuele onderzoekers of studenten. Nu zit er voor wie wil weten of een bepaalde inscriptie met vertaling is opgenomen niets anders op dan het hele boek te doorbladeren.
Hoewel mij onder het lezen een onbehaaglijke gevoel bekroop dat niet zozeer het nut (ik ben overtuigd van de waarde van het ontsluiten van de klassieke literatuur), als wel het publiek van vertalingen als deze betreft (zonder afbreuk te willen doen aan de waarde van het boek, vraag ik me af: is hier een lezerspubliek voor?), durf ik uiteindelijk toch zeggen: wie, met of zonder kennis van het Latijn, kennis wil maken met deze soms grimmige, soms roerende en soms gewoon nuchtere teksten, wordt met deze verzorgde bloemlezing verwend. 

============

uit de korte recensie door J o e r i   F a c q 
in Prora, driemaandelijks ledentijdschrift van de Vereniging van Leerkrachten Oude Talen 19,4, okt-dec 2014, 18-19

'(...) Laat u ontroeren door wat echte Romeinen ons te vertellen hebben...'

============



latest changes here: 17-09-2017

 

 

  

HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2017 V. Hunink

copyright statement  / contact