(18-19)
---
Thans wil ik van elk aquaduct de
officiële cijfers uit de periode voor mijn
benoeming geven voor capaciteit en
leverantie, zoals vermeld in de stukken
van de keizer. Dan volgen de cijfers die
wij zelf door nauwgezet onderzoek hebben
vastgesteld, hierin gestimuleerd door de
vooruitziende zorg van onze
voortreffelijke en uiterst toegewijde
keizer Nerva.
Welnu, de keizerlijk stukken
vermelden <voor de inname> een
totaalcijfer van 12.755 Kal5, en voor de
leverantie 14.018. Dat is een hoger getal
voor de distributie dan voor de inname:
een surplus van 1263 Kal5.
Dit vond ik een heel wonderlijke
zaak, en aangezien ik het de voornaamste
verantwoordelijkheid van mijn ambt achtte
betrouwbare gegevens te verkrijgen ten
aanzien van de watertoevoer, zette mij dit
nadrukkelijk aan tot een nader onderzoek:
hoe kon er meer geleverd worden dan er,
laat ik zeggen, in 'het vermogen'
beschikbaar was?
Allereerst heb ik mij daarom
gericht op metingen bij de beginpunten van
de aquaducten. Daarbij stelde ik echter
een veel groter debiet vast dan in de
officiële stukken, namelijk ongeveer
10.000 Kal5. Dit zal ik nu per aquaduct
specificeren.
(64)
---
Nu is wel voldoende gezegd over
het debiet van elk aquaduct en over de
'nieuwe waterwinning' en de fraude en
misstanden daaromtrent.
Rest nog de waterleverantie.
Daarover troffen wij alleen de
verzamelcijfers aan: alles vormde,
zogezegd, één grote bulk. Erger nog, soms
stonden hoeveelheden vernoemd onder
verkeerde namen. Dit moeten wij nu
uitsplitsen per aquaduct, zoals de zaken
er van geval tot geval voorstaan, en
<daarbinnen> per stadsdeel.
Deze berekeningen kunnen
overkomen als droge kost, ik weet het, en
zelfs bevreemding wekken. Toch wil ik ze
zo kort mogelijk bij elkaar zetten, zodat
er niets ontbreekt aan de 'blauwdruk' voor
mijn ambt. Wie genoeg heeft aan kennis van
de totaalcijfers kan de details hier
gewoon overslaan.
De leverantie bedraagt al met al
14.018 Kal5, met dien verstande dat 771
Kal5, die uit bepaalde aquaducten ter
versterking van andere dienden en die
tweemaal onder 'leverantie' vallen,
slechts één maal in de berekening
meetellen.
Uit dit geheel wordt 4063 Kal5
verdeeld buiten de stad: 1718 Kal5 op naam
van de keizer en 2345 Kal5 aan
privé-personen.
De overige 9955 Kal5 werden gedistribueerd
binnen de stad over 247 verdeelbekkens.
Van daaruit werd 1707 + 1/2 Kal5 geleverd
op naam van de keizer, 3847 Kal5 aan
privé-personen en 4401 Kal5 voor openbare
toepassingen.
Onderverdeling voor het
laatste cijfer: 279 naar 18 militaire
bouwwerken; 2301 naar 95 openbare
gebouwen; 386 naar 39 kunstwerken; en 1335
naar 591 straatfonteinen.
Maar ook hierbij moeten we de
gegevens specificeren per aquaduct en
<daarbinnen> per stadsdeel.
(77-78)
---
Tot aan de tijd
van keizer Nerva werd de watertoevoer
aldus berekend en opgedeeld. Thans is
de situatie anders, dankzij de goede
zorgen van onze uiterst toegewijde
vorst: al wat door fraude van de
waterbeambten illegaal was afgetapt of
door hun laksheid was ontvreemd is er
nu bijgekomen. Alsof er nieuwe bronnen
zijn gevonden!
De rijkdom aan
water is bijkans verdubbeld.
Vervolgens is de distributie ervan ook
zorgvuldig verdeeld op zo'n manier dat
stadsdelen die werden bediend door één
aquaduct nu water krijgen van meerdere
aquaducten.
Dat geldt
bijvoorbeeld voor de Caelius en de
Aventijn. Daar kwam vroeger alleen de
Claudia, via de Neroniaanse
boogconstructies. Gevolg was dat bij
grote reparaties deze twee
dichtbevolkte heuvels droog kwamen te
staan. Nu krijgen ze water uit
meerdere aquaducten, bovenal uit de
Marcia, die in vergrote vorm wordt
gerestaureerd en zo vanaf de Spes
Vetus naar de Aventijn wordt geleid.
En in ieder
stadsdeel hebben zowel nieuwe als
bestaande straatfonteinen dubbele
uitstroompunten voor water vanuit
verschillende aquaducten. Als een van
beide per ongeluk stilvalt dekt de
andere de vraag. Zo blijft de
watervoorziening gegarandeerd.
Deze zorg van
haar vorst, de allergenadigste keizer
Nerva, heeft van dag tot dag grote
invloed op 'de koningin en meesteres
van de wereld, die haars gelijke niet
kent noch iets wat in haar buurt
komt,' en zal nog meer invloed hebben
op het gezonde leefklimaat in die
eeuwige stad door de uitbreiding van
het aantal verdeelbekkens,
waterbouwwerken, kunstwerken en
straatfonteinen.
En
privé-personen profiteren er niet
minder van dankzij de vele extra
vergunningen. Ja, ook mensen die
illegaal water aftapten hoeven niet
meer beducht te zijn: in veiligheid
hebben zij nu het volle genot van
officiële vergunningen.
En zelfs
overtollig water krijgt nu een nuttige
functie. Daardoor is de factor 'slecht
klimaat' uitgeschakeld: de wegen zien
er fris en schoon uit, de lucht is
zuiverder en de drukkende atmosfeer
waarom onze stad vroeger altijd zo
slecht bekendstond is verdwenen.