HOMERISCHE HYMNEN
recensie van: Homerische Hymnen, vertaling
Arthur S. Hartkamp, inleiding Irene J.F. de Jong, Groningen 2011 (uitg. Ta
Grammata, reeks Obolos nr. 17, tweetalig), XV + 162 blz.; ISBN/EAN
978-90-808942-0-4; prijs: 19,50. [www.tagrammata.nl]
tekst gepubliceerd in:
Streven 79 ,
2012, 89-90
Op naam van Homerus staat onder meer een
verzameling hymnen tot verschillende Griekse goden. Deze zogeheten Homerische
Hymnen komen waarschijnlijk uit de tijd na Ilias en Odyssee,
misschien de zesde eeuw v.Chr. Het gaat om 33 gedichten van wisselende lengte.
Ze zijn nu vertaald door Arthur S. Hartkamp in een nieuwe, aantrekkelijke
tweetalige uitgave.
Over de functie van de hymnen is weinig
zeker. Dat blijkt uit het korte, verhelderende voorwoord van Homerus-kenner
Irene de Jong, hoogleraar Grieks in Amsterdam. Misschien zijn het cultuszangen,
misschien preludes ter inleiding van langere openbare voordrachten van
epische teksten. Of symposium-gedichten. Voor de lezer van nu maakt het weinig
uit.
De langere teksten laten zich vooral lezen
als mythologische verhalen over goden zoals Demeter of Apollo. De korte hymnen
(5 tot 20 regels) werken wat directer als heidens-religieuze poëzie. Steeds
wordt de bezongen godheid aan het slot beleefd gegroet, wat ook voor de lezer
van nu innemend is.
De Homerische Hymnen werden nog in
1995 vertaald door H. Verbruggen. Dat was 'een mooie vertaling, maar een
vertaling in proza', volgens Hartkamp (p.161), die zelf kiest voor het Griekse
metrum van de dactylische hexameter. Over die keuze valt, zoals altijd, te
twisten. Als voorbeeld laat ik een fragmentje over Afrodite volgen in de beide
versies:
(A) Ze kreeg een mooie, met
goud bewerkte kroon op het hoofd, aan haar oren bloemen van koper en kostbaar
goud. Haar hals en haar boezem, zacht en zilverblank, zijn met gouden snoeren
omhangen, waarmee ook de Horen, wier voorhoofdband met gouddraad omrand is, zich
ook zelf opsieren wanneer ze bij Zeus op bezoek gaan om aanwezig te zijn bij de
lieflijke dans van de goden. Nadat zij haar met al deze sieraden opgesmukt
hadden, brachten zij haar naar de goden...
(B) Op haar onsterfelijke
hoofd plaatsten ze een goedvervaardigde krans, een mooie krans van puur goud; in
haar doorboorde oorlelletjes bevestigden ze bloemen van geel koper en kostbaar
goud. Ze sierden haar zachte hals en haar zilverblanke boezem met gouden
snoeren, waarmee de Horai met gouden diadeem ook zichzelf tooien, telkens als ze
zich begeven naar de verlangenwekkende groep goden, naar de woning van hun
vader. Nadat ze Afrodite met al die sieraden getooid hadden, brachten ze haar
bij de goden...
Anders dan je misschien zou denken is (A) de
nieuwe vertaling van Hartkamp (p.121; de passage begint en eindigt binnenin een
versregel, en verseinden zijn hier niet aangegeven), terwijl (B) de
proza-vertaling is van Verbruggen (p.74).
Veel verschil tussen de twee versies is er
niet. Wel kan (B) meer recht doen aan de voor deze poëzie zo typische
epitheta ornantia ('versierende adjectieven', zoals onsterfelijk,
goedvervaardigd, doorboord, verlangenwekkend). Zonder
typografische hulp zullen weinig lezers (A) herkennen als een metrische
vertaling. Ik durf zelfs te beweren dat de 'proza'-vertaling (B) in woordkeus en
ritme poëtischer klinkt. De metrische keuze is dus zeker niet allesbepalend voor
de kwaliteit van de tekst.
Zo levert deze uitgave minstens nieuwe stof
voor de discussie over de 'Nederlandse hexameter'. Die is al decennia voorwerp
van verhitte debatten onder classici.
Afgezien van mijn aarzelingen over het
metrische aspect heb ik het nieuwe boek met plezier gelezen. Het is prettig
grasduinen in de teksten, mede door de parallel afgedrukte Griekse tekst.
Hartkamp levert geen geleerde noten of andere toelichtingen. De lezer wordt dus
niet nodeloos afgeleid en kan zich richten op het belangrijkste: de oude teksten
zelf. Een welkome uitgave.
|