VincentHunink



HOME VERTALINGEN | ALLE PUBLICATIES | INDEX | CONTACT




 


Vriendschap en verraad
Cicero en Catullus over Caelius en Clodia


Uitwerking Centraal examen Latijn 2010

tekstboek, hulpboek, docentenhandleiding

Leon ter Beek, Vincent Hunink, Ton Jansen, Fik Meijer en Fanny Struyk

Hermaion, Lunteren 2009

 

ISBN 9789050271554/ 9789050271585 [120 p.; 104 p.; 64 p.]
prijs EUR 20 (tekst-/hulpboek) / EUR 11,50 (handleiding)

 

Het examen Latijn in 2010 staat in het teken van de figuur Caelius. Hij is vooral bekend uit een redevoering die de bekende redenaar Cicero (102-43) tegen hem hield. Het pensum omvat de hele redevoering van Cicero, deels in vertaling. Daarnaast worden andere teksten over Caelius en Catilina gelezen. Verder is een keuze uit het werk van Catullus opgenomen, overwegend in vertaling. De uitwerking van de syllabus voor de examenbundel van Hermaion wordt verzorgd door een team van vijf auteurs.

Vincent Hunink tekent onder meer voor de vertaalde passages uit Cicero (Voor Caelius  en Tegen Catilina) en Sallustius (De oorlog tegen Catilina).

Uit een persbericht van de uitgever (maart 2010): 'Voor Latijn moesten in september 750 exemplaren worden bijgedrukt, omdat zelfs een oplage van 6300 exemplaren niet toereikend bleek: op 7000 eindexamenleerlingen en zo'n 700 docenten geen slecht resultaat! Voor de uitgever, maar vooral ook voor de auteurs is het prettig te merken dat hun vele werk en inspanningen zozeer worden gewaardeerd.'


INLEIDING OP HET THEMA
(uit de syllabus)


In april 56 v. Chr. staat Marcus Caelius Rufus terecht wegens openlijke geweldpleging, een vijfvoudige aanklacht, die grotendeels te maken heeft met de politieke situatie in Egypte. Hoewel de aanklacht wordt ingediend door de jonge Atratinus (waarschijnlijk ten dele uit wraak, omdat Caelius zijn vader aangeklaagd had), stelt Cicero het zo voor, dat de rijke weduwe Clodia achter de hele zaak zou zitten (en dan ook nog uit privéoverwegingen).

Het is dan ook niet vreemd dat Cicero (een van de verdedigers) in zijn rede meer aandacht besteedt aan de personen Clodia en Caelius dan aan de feitelijke aanklacht. Hij legt in zijn verdediging de nadruk op het goede karakter van Caelius. De aanklagers hebben blijkbaar veel aandacht besteed aan de relatie tussen de jonge Caelius en Catilina, een politicus die in 63 v. Chr. veroordeeld is wegens poging tot staatsgreep: iemand die met zulke mensen omgaat, kán gewoonweg niet deugen. Cicero laat zien dat, als Caelius in zijn jonge jaren al misstappen heeft begaan, die niet serieus zijn (‘iedereen is jong geweest’), én dat er geen sprake was van een nauwe relatie tussen Catilina en Caelius. Hij legt verder de nadruk op het verdorven karakter van Clodia, de ex-minnares van Caelius, die in de ogen van Cicero hier haar kans ziet wraak te nemen op Caelius. Als Caelius iets van de dingen gedaan heeft die hem verweten worden, is dat alleen omdat hij onder invloed stond van Clodia. Ze zijn hem persoonlijk dus niet aan te rekenen.

In hun redevoeringen laten de antieke redenaars verschillende middelen zien om hun zaak te winnen. In de Pro Caelio valt vooral ‘karaktermoord’ op: geen gelegenheid wordt gemist om het karakter van Clodia zwart te maken met een invectiva en haar zo onderuit te halen. Aan de andere kant moet Cicero juist de poging tot karaktermoord op Caelius zien te pareren.

We kennen Caelius en Clodia zeer waarschijnlijk ook uit gedichten van de Romeinse dichter Catullus. In gedicht 58 wordt de link gelegd tussen Caelius en Lesbia, de naam waarmee, naar algemeen wordt aangenomen, Clodia wordt aangeduid. Ook de andere gedichten over Lesbia worden daardoor relevant. Deze gaan voornamelijk over een mogelijke affaire van Lesbia met Catullus, maar geven zo wel een beeld van deze vrouw.

De teksten uit het pensum vormen een geheel, waarin Caelius en Clodia/Lesbia de hoofdfiguren zijn. De redevoering is het belangrijkste document, de gedichten van Catullus, de passages uit Seneca, Velleius Paterculus, Quintilianus en Cicero zelf illustreren vanuit andere invalshoeken het beeld dat van hen geschetst wordt. De overige teksten uit Cicero’s eigen werk en uit dat van Sallustius werpen een licht op de figuur Catilina. De teksten uit Steven Saylor laten zien hoe de redevoeringen van Cicero gebruikt worden in een modern detectiveverhaal.




PENSUM


In het pensum is de gehele tekst van de Pro Caelio opgenomen. De met een asterisk (*) gemarkeerde passages worden in vertaling gelezen; de paragrafen 16-30a worden in samenvatting gelezen en tellen voor de berekening van het pensum niet mee.

De getallen verwijzen naar de paragraafnummers bij Clark, niet naar de hoofdstuknummers. In twijfelgevallen wordt tussen haakjes aangegeven waar een passage begint (xxx ...) of ophoudt (... xxx).

VOORLOPIGE OPGAVE PENSUM (NOG NIET OFFICIEEL AANGEKONDIGD!)

A Cicero, Pro Caelio

§ 1–2; 3-6a*; § 6b (nam quod ...)–9*; § 10–15; § 16–30a [in samenvatting]; § 30b (sunt autem ...)–32; § 33–34a (... libido); § 34b*; § 35–39a (... defenderes); § 39b–42*; § 43; § 44–47*; § 48– 51; 52–53*; § 54–55*; § 56–58; § 59–60*; § 61–66a (... reperietur); § 66b–67*; § 68*; § 69–70; § 71–77a*; § 77b (conservate ...)–78; § 79–80*

Op een plaats wordt afgeweken van de tekst van Clark:

§ 78      Clark: Sex. Clodius        syllabus: Sex. Cloelius (Shackleton Bailey)

B Catullus

51*, 2*, 3*, 86*, 79*, 83*, 92*, 5, 87*, 7*, 77, 75*, 70*, 8, 76*, 72, 85*, 11*, 109*; 58; 49

De voorgestelde volgorde laat een mogelijk verloop van de relatie tussen Lesbia en Catullus zien; 77 en 58 gaan over Caelius, 49 is een gedicht over Cicero.

Ter illustratie van de persoon Caelius worden in vertaling de volgende teksten gelezen:

Cicero, Brutus 273*

Seneca, De ira 3, 8, 6*

Velleius Paterculus 2, 68, 1-2*

Ter illustratie van de persoon Catilina worden in vertaling de volgende teksten gelezen:

Cicero, In Catilinam I 1-5*; I 11-21*; I 32-33*; II 17-23*

Sallustius, Catilinae coniuratio 5, 1-8*; 14, 1-7*; 16*

 

Aanbevolen receptieteksten:

Steven Saylor, De Venusworp (oorspronkelijke titel: The Venus’ Throw), hoofdstuk XX, XXIV (eerste zes p.) en XXV

Steven Saylor, Catilina’s wapen (oorspronkelijke titel: Catilina’s riddle), hoofdstuk XX, XXXIII, XXXIV, XXXV en XXXVI

eerdere Cicero-examenboeken bij Hermaion



TEKSTVOORBEELDEN
(vertaling)

1. Slotbeschouwing (c. 72-78)

"Caelius' jeugdjaren waren gewijd aan scholing, aan vakken waarin wij worden voorbereid op de juridische praktijk, op politieke functies, op eer, roem en prestige. Hij was bevriend met ouderen van wie hij met name de inzet en principiële houding wilde navolgen, en in zijn omgang met leeftijdgenoten liet hij zien dat hij dezelfde weg naar roem zocht als de besten en edelsten onder hen.  

Carrière overzee

Zodra hij een wat robuustere leeftijd bereikte, vertrok hij naar Africa. Dat deed hij in het gevolg van proconsul Quintus Pompeius, een volkomen correct man die al zijn taken uiterst serieus nam. In die provincie had Caelius' vader zakelijke belangen en bezittingen. Verder kon Caelius daar ervaring opdoen met provincie-bestuur, een activiteit die onze voorvaders niet zonder reden juist hebben toebedeeld aan mensen van die leeftijd. Bij zijn vertrek uit Africa kreeg hij van Pompeius een bijzonder goede beoordeling, zoals u duidelijk zal worden uit zijn getuigenis.


Profilering in Rome

Toen knoopte hij aan bij een aloud gebruik en volgde hij het voorbeeld van jongeren die later in de staat belangrijke mannen en zeer aanzienlijke burgers werden: om zich te profileren bij het Romeinse volk begon hij een geruchtmakende aanklacht.

Ach, had zijn verlangen naar roem hem maar een andere kant op gestuurd! Maar het moment om daarover te klagen is voorbij. Zijn aanklacht was gericht tegen mijn collega Gaius Antonius. De arme man kon wel bogen op prachtige verdiensten voor de staat, maar de herinnering daaraan bracht hem geen voordeel. Wel had hij nadeel van het wijd verbreide vermoeden dat hij betrokken was in een misdadig plan.

Na die tijd heeft Caelius voor geen van zijn leeftijdgenoten ondergedaan. Hij zorgde dat niemand vaker op het forum verscheen, dat niemand zich intensiever bezighield met zaken en processen van vrienden, dat niemand meer krediet opbouwde in eigen kring dan hij. Alles wat een mens alleen kan bereiken door onvermoeibare activiteit, door soberheid en consequente inzet, dat heeft hij allemaal bereikt dankzij hard en grondig werken.

De tijd met Clodia

Toen zijn leven aankwam bij, laat ik zeggen, een scherpe bocht (nee, ik wil niets verzwijgen, in vol vertrouwen op uw menselijk gevoel en wijsheid), is Caelius met zijn reputatie enigszins in de berm beland. Dat kwam doordat hij in contact kwam met die vrouw, doordat ze ze zo onzalig dicht bij elkaar woonden, doordat hij onwennig stond tegenover zijn driften. Als die driften al te lang weggestopt blijven en in de vroege jeugd zijn ingehouden en beheerst, breken ze niet zelden ineens allemaal los en banen zich een weg.

Maar uit dat leven, of liever gezegd uit die roddels (want het was lang niet zo erg als wat er allemaal verteld werd), nu ja, wat het ook was, hij kwam daaruit weer boven. Hij maakte zich er helemaal van los. Hij nam er volledig afstand van. Een 'belastende relatie' met die vrouw? Daarvan staat hij nu zo ver af dat hij zich teweer moet stellen tegen haar vijandige acties en haar haat!

Jong en wild

En om die hinderlijke roddels over luxe leven en pleziertjes uit de weg te ruimen heeft hij (tégen mijn zin, ik zeg het met nadruk, en ondanks mijn felle protest) heeft hij een vriend van mij[i] verwikkeld in een proces wegens verkiezingsfraude. En na de vrijspraak geeft hij niet op en komt met een nieuwe aanklacht. Niemand van ons kan hem tot matiging brengen, hij pakt heftiger uit dan ik zou willen.

Maar we hebben het hier niet over wijsheid! Dat is ook niet iets wat bij die leeftijd hoort. Nee, we hebben het hier over impulsief gedrag, over altijd willen winnen, over warmlopen voor eer en roem! Op ónze leeftijd moet dat allemaal wat ingehoudener zijn, maar voor jongeren ligt dat anders. Bij hen is het net als bij planten: zo'n bloei laat zien hoe rijp en sterk hun kwaliteiten zullen worden, hoe rijk de vruchten van hun activiteit.

Ja, zo is het toch? Briljante jongeren moet je eerder afremmen in hun eerzucht dan stimuleren. Als op die leeftijd talenten ontluiken is snoeien harder nodig dan enten.

Goed, misschien vindt iemand dat Caelius echt oververhit is geraakt. Zijn felheid, verbetenheid en hardnekkigheid bij het maken van vijanden en de verdere strijd tegen hen zijn te heftig geweest. Misschien neemt iemand ook aanstoot aan een van die kleinere dingen: de glans van zijn purper, die rijen vrienden, die gestileerde look, dat gelikte image. Maar weldra zal dat allemaal bedaren. Met de leeftijd, met de ervaring, met de jaren komt hierin wel maat. "

2. Einde van de speech (c.79-80)

"Houdt u niet alleen Caelius' jeugd voor ogen, kijkt u ook hoe oud zijn arme vader is![ii] Dit is zijn enige zoon, zijn steun en toeverlaat. Hij vindt geen rust behalve in zijn hoop op hem, hij heeft maar één angst: dat die zoon ten val komt. Kijk, hij smeekt hier om uw mededogen, onderwerpt zich aan uw macht, hij ligt hier neer, nee, niet aan uw voeten maar wel aan uw hoofd en uw hart. Denkt u even aan uw eigen ouders of ook aan uw heerlijke kinderen, en geeft u deze oude man uw steun! Dan laat u voor andermans verdriet uw eigen vaderliefde en souplesse gelden.

Deze oude man, heren rechters, gaat vanzelf al naar zijn einde. Laat u het toch niet gebeuren dat hij door een slag van u eerder sterven wil dan dat zijn lot is! En zie die jongeman hier, in de bloei van zijn jaren: de stam van zijn voortreffelijkheid staat intussen steviger in de grond. Laat die stam, om zo te zeggen, nu niet vellen door een tornado of een plotseling onweer!

Denkt u om de vader: spaar zijn zoon. En spaart u de vader: denk om zijn zoon. Wek niet de indruk dat u hebt neergekeken op een oude dag die vrijwel niets meer heeft te hopen, dat u een jeugd vol grote beloften niet hebt gekoesterd, of erger: hebt getroffen en vertrapt.

Als u Caelius behoudt voor ons, voor zijn eigen omgeving, voor heel de staat, dan zal hij aan u en uw kinderen zeer verplicht, gehecht en verknocht zijn. Ja, heren rechters, dan zult uitgerekend ú van al zijn moeite en zijn zwoegen rijke, blijvend volle vruchten kunnen plukken!"


Recensies/reacties

 

"Hermaion heeft de vertalingen gemaakt met als expliciet doel de leesbaarheid te bevorderen en de auteurs zijn daar uitstekend in geslaagd (...)"

uit: Twee examenboeken vergeleken, door A n n a   P r i n s  in: Bulletin van de VCN (Vereniging van Classici Nederland), 34, nr. 131, zomereditie, juni 2009, p.6-9, mn 8

 


latest changes here: 17-09-2017




HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2017 V. Hunink

copyright statement  / contact