VincentHunink.nl

Home > ONDERZOEK > VERTALINGEN | EDITIES | PUBL.LIJST | PROJECTEN ||| BRONNEN | INDEX



intro

text

noten

 

 

 

Poëzie in de klas


tekst gepubliceerd in: Lampas, tijdschrift voor classici, (in didactische rubriek,) 40, 2007, 95-104


Onder de eindexamenauteurs die voor de vakken Grieks en Latijn aan de orde komen zijn naar verhouding veel dichters: Homerus, de tragici, Vergilius en Ovidius. Het vertalen van antieke poëzie is daarmee een centraal onderdeel van wat van de gemiddelde examenkandidaat wordt verwacht.[1]

De moeilijkheidsgraad van de teksten is in het algemeen zo hoog dat veel docenten al blij zijn als het pensum van zo'n auteur in zijn geheel kan worden behandeld in de klas. Natuurlijk wordt daarbij wel gezocht naar didactische en inhoudelijke verdieping. Zo gaan de examenbundels veelal uitvoerig in op de historische en literaire contekst van de gedichten, op eventuele politieke en ideologische lagen in de tekst, op parallelle teksten en nawerkingen, of op meer technische aspecten zoals vertelstrategie en handelingsverloop.[2] Maar een voor de hand liggend aspect van de dichterlijke teksten wordt vaak over het hoofd gezien: het gaat hierbij om poëzie. Zou het niet wenselijk en zinvol zijn om leerlingen deze teksten ook te laten zien en ervaren als producten die op een of andere manier 'dichterlijk' zijn?

Het poëtische aspect van bijvoorbeeld Vergilius' Aeneis (waartoe ik me verder zal beperken) kan natuurlijk aan de orde komen via bepaalde vormkenmerken, zoals het metrum en het gebruik van stijlfiguren. Zo zou je leerlingen kunnen laten oefenen in het herkennen en analyseren van het metrum, door het scanderen of eventueel metrisch correct voordragen van de tekst. Het benoemen van stijlfiguren behoort vaak zelfs tot de officiële leerstof: in de uitwerking van de syllabus staan de verplichte soorten dan  expliciet genoemd.

Maar is dat voldoende? Kan een leerling via deze technische aspecten werkelijk het gevoel krijgen dat hij of zij met gedichten te maken heeft? Ik denk dat dit maar zelden het geval is. Zulke formele analyses zijn zeker nuttig en wenselijk, al was het maar vanwege hun toetsbaarheid, maar ze schieten tekort als het erom gaat het poëtische karakter van antieke teksten over te brengen. Daarvoor moet er ook iets gebeuren op het niveau van de vertaling.

Om te illustreren op welke manieren dat zou kunnen, geef ik eerst enkele concrete vertaalvoorbeelden van een en dezelfde passage: Vergilius, Aeneis [begin p.96]2,250-267. [3] Dat is de nachtelijke scene waarin de Griekse vloot in stilte terugvaart naar Troje, waarna in de stad het houten paard wordt geopend en de Griekse troepen zich verenigen. Vervolgens bespreek ik kort enkele resultaten van een workshop die ik op de VCN zomerconferentie 2006 met docenten klassieken heb gehouden.  

Proza en vormvaste verzen  

In het algemeen wordt in de klas gevraagd om vertalingen in proza. De nog veel gebruikte vertaling van Schwartz[4] kan hier dienen als ideaal: een verzorgde vertaling in beschaafd Nederlands proza, dat toch ook ritmische effecten bevat.  

Intussen draaide het hemelgewelf en uit de oceaan rees de nacht, hullend in donkere schaduw aarde en hemel en de listen der Grieken. De Trojanen lagen overal in de stad stilzwijgend terneer, de vermoeide leden omhelsd door de slaap. Maar reeds naderde van Tenedos de vloot van de Grieken in welgeordende rijen, door het vriendelijk licht van de zwijgende maan glijdend naar de bekende kusten. Een lichtsein steeg van het koningsschip op en Sinon, beschermd door de onbillijke wil van de goden, opende heimelijk de houten wand van de buik en liet de Grieken naar buiten. Het geopende paard gaf hen terug aan het daglicht en verheugd bevrijdden zij zich uit de holte, glijdend omlaag langs het neerhangend touw: de beide vorsten Thessandrus en Sthenelus, de wrede Ulixes, Acamas en Thoas, Menelaos en Epeos, de maker van het bedriegelijk dier, Neoptolemus, Achilles' zoon, en het eerst van allen Machaon. Zij overvielen de stad, begraven in slaap en in wijnroes; de wachters werden gedood en door de geopende poorten ontvingen zij hun makkers en zij sloten zich aan bij hun legers.

In de klaspraktijk zal dit ideaal te hoog gegrepen zijn. Leerlingen leveren doorgaans vertalingen die op zijn best kunnen gelden als aanvaardbare werkvertalingen. Soms lijkt het of ze ook niet veel meer aangereikt krijgen dan dat. Zo is via internet de volgende voorbeeldvertaling toegankelijk:  

Intussen wentelde de hemelkoepel verder en kwam de nacht op uit de Oceaan

en bedekte met diep duister aarde en lucht maar ook

de listen der Grieken; de Teucriërs verstomden overal in de stad:

een diepe slaap nam bezit van hun vermoeide ledematen.

En toen kwam het Griekse leger op bewapende schepen

terug van Tenedos, geholpen door de stilte van het zwijgende maanlicht,

op weg naar de bekende kust, toen het admiraalschip een lichtsignaal

had gegeven, en Sinon, beschermd door misplaatste beschikking der goden

liet de Danaërs, opgesloten in de buik, vrij door hun houten hol

[begin p.97]stiekem te openen. Het ontsloten paard laat hen vrij in de open lucht

en opgelucht kruipen zij uit het holle hout

Thessandrus en Sthenelus voorop en de laaghartige Ulysses

glijden langs een neergelaten touw, dan Acamas en Thoas,

de zonen van Peleus, Neoptolemus en de vorst Machaon,

ook Menelaos en de uitvoerder van de list: Epeos zelf.

Zij stormen de stad in, die begraven ligt in slaap en wijn;

vermoord worden de nachtwachters, en als eenmaal de poorten openstaan

verwelkomen zij hun strijdmakkers en voegen zich samen tot één strijdmacht.[5]

Deze vertaling bewijst zeker zijn diensten voor wie Vergilius' tekst wil doorgronden, maar het poëtisch gehalte is toch heel gering. Het blijft beperkt tot een schikking van de vertaling per versregel.

Een alternatief kan worden gevonden in een van de talrijke metrische literaire vertalingen, zoals die de afgelopen decennia zijn gepubliceerd. Voor boek twee van de Aeneis beschikt de Nederlandse lezer over tenminste vier goed leesbare metrische vertalingen. Die van Anton van Wilderode hanteert jambische vijfvoeters ('De hemelkoepel draaide ondertussen'), terwijl M. d'Hane-Scheltema haar jambische zevenvoeter verkiest ('De hemel wentelt ondertussen voort, de nacht verrijst'...). Piet Schrijvers gebruikt een equivalent, zij het met enige vrijheid, van de oorspronkelijke versmaat, de dactylische hexameter ('Intussen wentelt de hemel, de nacht rijst op uit de golven'...). De minder bekende vertaling van Gerard Koolschijn is in verzen met zes heffingen ('Intussen draait het heelal en uit de Oceaan schiet'...).[6]

In de examenbundels krijgen leerlingen vertaalde passages in deze vertalingen voorgeschoteld, vooral die van Piet Schrijvers. Daarmee komen zij in hun eigen taal, en dus directer, in aanraking met verzorgde metrische vormen van poëzie. Maar ik waag me aan de veronderstelling dat dit voor veel leerlingen weer het andere uiterste is: enerzijds vertalen ze zelf in bonkig proza, anderzijds lezen ze metrische vertalingen van een zo hoog niveau dat de poëtische tekst opnieuw ver van hen afstaat.

Ik wil bepleiten om leerlingen uit te dagen zélf stukjes van de vertaalde teksten in een meer poëtische vorm te gieten. En dat kan op allerlei manieren, die ook binnen het bereik van leerlingen liggen. Er zijn nog tal van mogelijkheden naast de genoemde extremen van proza of vormvaste verzen.  

[begin p.98]Eigen accenten  

Voor leerlingen lijken metrische patronen, zeker de klassieke, eerder een keurslijf dat afbreuk doet aan hun inlevingsvermogen en creativiteit. Een enkeling zal het misschien leuk vinden om een soort kinderliedjesvorm in viervoetige trocheeën te hanteren ('Kijk, daar draait de hemel verder / uit de Oceaan stijgt donker...'), maar die zal vermoedelijk eerder op de lachspieren werken dan een authentiek gevoel voor poëzie geven. Waarom de metriek niet aan de kant geschoven? Je zou de passage in kwestie ook als volgt kunnen vertalen:  

intussen verschoof het gewelf

en rees uit de Oceaan een nacht

die dikke lagen schaduw legde

rondom aarde, hemel

en de Griekse listen;

op de muren overal Trojanen,

gehuld in zwijgen: slaap

omarmde hun vermoeide leden

 

en daar ging de Griekse vloot al

met de schepen strak geformeerd,

vanaf Tenedos, dwars door

stilte, een vriendelijke,

van een woordenloze maan,

op weg naar bekende kust

 

maar vlammen had het hoofdschip reeds

geseind, en door onbillijke godenwil

beschermd had hij de Grieken

uit de buik gehaald, het houten slot

verbroken: Sinon!

 

en eenmaal open

bracht het paard hen aan de lucht

en monter kwamen ze tevoorschijn

uit de houten holten:

Thessander en Sthenelus, leiders,

en de grimmige Odysseus,

ze gleden langs een touw omlaag;

en Acamas en Thoas en ook

Peleus' telg Neoptolemus en

Machaon, nummer één, en

Menelaus en zelfs de maker

van die list, Epeos

 

-- invasie in de stad bedolven

in slaap, in wijn, de wachters

[begin p.99]afgeslacht, de poorten wagenwijd

geopend: al hun maten

mogen binnen en het leger

voegt zich naadloos aaneen  

Hier heeft elke versregel gemiddeld twee korte regels van ongeveer gelijke lengte gekregen. Dat geeft een vertaler meer mogelijkheden tot opvallende plaatsing van woorden aan begin of einde van een regel. Het geheel oogt nu vrij harmonisch en klassiek, maar dat kan met een paar ingrepen ongedaan worden gemaakt. Je kunt bijvoorbeeld ook kiezen voor regels met sterk verschillende lengte, wat weer andere effecten mogelijk maakt:  

intussen schoof het gewelf en rees uit de Oceaan een nacht die

dikke lagen schaduw rondom aarde, hemel

en de Griekse listen legde;

op de muren lagen overal Trojanen stilzwijgend: slaap die

hun vermoeide leden

omarmde

 

en daar ging de Griekse vloot al met de schepen

strak geformeerd,

vanaf Tenedos, dwars door vriendelijke stilte van een

zwijgende

maan, op weg naar de kust,

de bekende

 

maar vuur

was al vanaf het hoofdschip geseind,

en door onbillijke godenwil beschermd had een man de Grieken

uit de buik gehaald en het houten slot verbroken:

Sinon!

 

en eenmaal open bracht het paard hen aan de lucht en monter

kwamen ze tevoorschijn uit de houten holten:

Thessander en Sthenelus, leiders, en de grimmige Odysseus,

ze gleden langs een touw omlaag; en Acamas en Thoas en ook

Peleus' telg Neoptolemus en Machaon, nummer één, en Menelaus

en zelfs de maker van die list,

Epeos

 

-- invasie

in de stad die lag bedolven

in slaap en wijn, de wachters werden afgeslacht,

de poorten wagenwijd geopend:

al hun maten mogen binnen en het leger

voegt zich aaneen,

naadloos  

[begin p.100]Leerlingen voelen misschien juist meer voor een stevig ritmische, rap-achtige versie, met effecten van spreektaal en flink wat Engels. Een poging daartoe:  

Intussen draait de hemel, uit de zee komt nacht omhoog,

die legt dan dikke lagen schaduw om de aarde en de hemel,

en ook om al die listen van de Grieken.

Op de muren overal Trojanen, stil en slapend, heel hun lijf vermoeid

en yo!, daar gaat de Griekse vloot, de schepen

vol bewapend, van dat eiland, Tenedos:

de stilte van de maan, die houdt zijn mond wel,

en zo gaan ze naar de kust, die kennen ze.

Maar het hoofdschip heeft al vuur gespuugd

en Sinon -- woh, de goden doen hem niets, de losers! --

heeft de Grieken uit de buik gehaald, de cel van hout kapotgemaakt.

En nu het paard dan open staat, nu komen ze naar buiten rollen,

lachend, blij: Thessander, Sthenelus, the leaders, en ook bad Ulysses:

langs een touw omlaag, omlaag, en Acamas en Thoas en ook

Neoptolemus en die numero uno, ja, Machaon, Menelaus ook

en zelfs de maker van de list, Epeos.

Ze storten zich de stad in, iedereen is daar verdoofd: SLAAP!! EN WIJN!!

De wachters worden uitgemoord, de poorten draaien open:

alle maten, hup, naar binnen! Ja, de troepen worden één geheel.  

Persoonlijk heb ik niet zo veel affiniteit met rap, dus deze versie is ongetwijfeld voor verbetering vatbaar. Als contrast geef ik een vertaling die meer naar mijn smaak is:  

HOUTPAARD
 

intussen schuiving

nacht uit zee

schaduw om aarde hemel Griekse listen

op de muren Trojanen zwijgend

dof in slaap en

Griekse vloot strak van Tenedos

door vriendenstilte woordloze

maan richting

oude kust

 

vuursein op hoofdschip

Sinon mis godenkind

ontgrendelt houten buik de

 

Grieken vrij in lucht en lachend

Thessander Sthenelus grimmige

Odysseus via koord

Acamas Thoas Neoptolemus‑Pelide

[begin p.101]Machaon Menelaus

listenmaker Epeos

bedelven stad bedwelmd

in slaap en wijn wachters

geslacht poorten wagenwijd

alle maten binnen

het leger aaneen  

Juist deze grotere bondigheid brengt het eigene van de scene volgens mij beter naar buiten.

Alle gegeven varianten zou ik willen classificeren als 'vertalingen': Nederlandse teksten waarin alle elementen uit het origineel op een of andere manier zijn vertegenwoordigd. Maar wat is er eigenlijk tegen om een stap verder te gaan en de vrijheid te nemen tot bewerking? In de volgende versie heb ik de tekst steeds verder ingedikt tot wat, naar mijn gevoel, de kernelementen eruit waren. Ballast zoals lidwoorden en loze werkwoordvormen was ik al kwijt, maar nu verdwijnen bijvoorbeeld ook die onhandige namen van helden over wie verder niets wordt gezegd.
 

DE VAL
 

nacht uit zee hemel

aarde listen donker

muren vol Trojanen

slaap Griekenvloot

van eiland maanzwijgend

 

richting kust het vuursein

 

zondagskind Sinon

houten grendels los de

Grieken vrij blij

met kille Odysseus en

Epeos episch denker

 

stad in slaap en wijn

 

en weg de wachters weg

 

de poort naar binnen samen  

In deze bewerking heb ik heel eigen accenten kunnen leggen. Zo houd ik ervan als woorden in de verzen onverwachte, nieuwe syntactische verbanden met elkaar aangaan en er ook dubbelzinnigheden ontstaan.

Bij wijze van grap maakte ik ten slotte een ultrakorte bewerking, die me bij nader inzien goed bevalt en die ik daarom hier als laatste voorbeeld geef:  

[begin p.102]THE END
 

nacht list zee

naar Troje

houten buik baart

mannen moordend

samen

 

De vrije hand  

Tijdens de VCN Nazomerconferentie 2006 heb ik bovenstaande vertaalversies van de passage uit Aeneis 2 voorgelegd aan twee groepen docenten. Daarna heb ik ze uitgenodigd om zelf een van vijf door mij meegeleverde passages uit het Aeneis-pensum op een vergelijkbare of juist heel andere wijze poëtisch om te werken. Dat leverde mooie resultaten op.

De bekende passage waarin de verliefde Dido als een hert door de stad dwaalt (4,68 e.v.) werd door enkele deelnemers als volgt weergegeven:  

Het ongeluk gloeit op in Dido.

Verblind doorkruist zij de stad

als een aangeschoten hinde.

Een herder raakte onverwachts haar

van ver, ver in het woud,

met een vliegende pijl:

híj heeft het niet geweten.

Zíj vlucht door bos en heuvelland

door de pijl geraakt tot de dood.  

Een andere groep koos voor een vrije bewerking:

 

Radeloos rennend door de stad

fatale pijl van Amor door haar hart.

 

Weer met hem naar de bouw toe,

weer met hem aan tafel,

weer die verhalen over Troje.

 

Onveilig wordt haar wereld,

onbeschermd is de stad,

onzegbaar haar liefde.

 

In het paleis alleen,

aan tafel alleen,

in bed alleen,

samen in haar geest.  

De passage is in de laatste variant enerzijds ingedikt, anderzijds via handige woordenherhalingen en klankfiguren effectief gestructureerd en uitgebreid.

[bewgin p.103]Een ander voorbeeld-paar kies ik uit de vertalingen die werden gemaakt van de passage waarin Dido Aeneas vervloekt (4,607 e.v). De wat plechtstatige hexameters konden plaatsmaken voor direct pakkende woorden:  

Zon, licht van de aarde,

Juno, jij zit overal achter,

Hecate, 's nachts toegekreten in de stad,

en jullie, wraakgodinnen

van een stervende Dido:

aandacht! Oren open!  

En het kan natuurlijk nog bondiger en daardoor misschien venijniger:

 
Allesverlichtende Zon,

hartenbreekster Juno,

nachtgodin Hecate,

wreekcentrales voor een stervende Dido:

stort u op dit kwaad met uw macht!
 

Tot de kern  

Zulke drastische manieren van ingrijpen in de vertaling bleken voor deelnemers in ieder geval plezierig om aan te brengen. Als ze eenmaal de durf opbrachten om het mes in de tekst te zetten en eigen accenten aan te brengen ging het doorgaans gemakkelijk verder. De grote vraag is natuurlijk of dit behalve een leuk creatief tijdverdrijf ook een inhoudelijk zinvolle activiteit is waarmee de interpretatie van de tekst is gediend.

De deelnemers aan de workshop lieten merken dat zij het gevoel hadden juist via zo'n vrije opdracht dieper tot de teksten door te kunnen dringen. De noodzaak tot herformulering in een eigen dichterlijke vorm dwong tot bezinning op het wezenlijke van de tekst en de strekking ervan. Paradoxaal genoeg heerste dit gevoel zelfs sterker bij degenen die bewerkingen of herdichtingen hadden gemaakt dan bij vertalers die kozen voor een poëtische vertaling. Hoe ruimer de omweg, des de dichter men de kern kan naderen, lijkt het.

De hier bepleite werkvorm is in elk geval simpel en flexibel toepasbaar. Men kan leerlingen stukken van hun eigen vertaling laten omwerken, of juist literaire proza-vertalingen, met het Latijn erbij of juist niet, samen of juist alleen. Ook hoeft er niet veel tijd mee te zijn gemoeid. Een opdracht tot poëtische vertaling kan als huiswerk voor een les dienen, waarbij men de resultaten in een halve les met elkaar vergelijkt en bespreekt. Denkbaar zijn uiteraard ook tal van kaders buiten de lessen, zoals een schoolwedstrijd, een gezamenlijke website van de school of sectie, of een profielwerkstuk van de vakken Latijn en Nederlands.

[begin p.104]Hoofdzaak is, lijkt me, dat leerlingen via deze werkvorm de vaak zo afstandelijke antieke gedichten op een indringende manier kunnen beleven als wat ze zijn, poëzie, en daardoor ook werkelijk eigen kunnen maken. En daar is het bij lessen antieke literatuur uiteindelijk toch om te doen.

 


    [1] Deze bijdrage komt voort uit een workshop gehouden op de VCN zomerconferentie 2006 (29/30 september 2006) te Nunspeet, georganiseerd door VCN en de Radboud Universiteit Nijmegen.

    [2] Vergelijk ook: Suzanne Adema, 'Vergilius achter de camera: de ruzie tussen Dido en Aeneas (Verg. Aen. 4. 296-396)', in: Lampas 39, 2006, 267-273.

    [3] De Latijnse tekst is hier niet opgenomen. Via de examenbundel of internetbronnen zoals www.thelatinlibrary.com is die gemakkelijk toegankelijk.

    [4] Vergilius, Aeneis, vertaald door M.A. Schwartz, Amsterdam 1989 (=1959).

    [5] Via: http://benbijnsdorp.info/vergilius.html (geraadpleegd oktober 2006).

    [6] Het werk van Publius Vergilius Maro, vertaald door Anton van Wilderode, Nijmegen/Beveren 1982; Vergilius, Het verhaal van Aeneas, vertaald door M. d'Hane-Scheltema, Amsterdam 2000; Vergilius, Aeneis, vertaald door Piet Schrijvers, Groningen 1996; Vergilius, De val van Troje, het verhaal van Aeneas, zang 2, vertaald door Gerard Koolschijn, Amsterdam 1994.

 

 


Radboud Universiteit

Faculteit Letteren

GLTC

Lampas (Uitgeverij Verloren)

VCN / Oudheid.nl

 

 

HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2014 V. Hunink

copyright statement  / contact