VincentHunink.nl

Home > ONDERZOEK > VERTALINGEN | EDITIES | PUBL.LIJST | PROJECTEN ||| BRONNEN | INDEX


 

'NA DE BOEKENWEEK'


tekst gepubliceerd in: Streven 67, 2000, 648-51


De Nederlandse boekenweek in maart heeft ieder jaar een ander thema, dat dan zeer nadrukkelijk op de voorgrond treedt. De afgelopen jaren konden we bijvoorbeeld genieten van weidse thema's zoals 'mijn God' en 'de poëzie'. Dit jaar was een nauwelijks minder ruim thema gekozen, waarmee veel uitgevers opnieuw aardig uit de voeten konden: 'de klassieken'.

Vanzelfsprekend krijgen boeken rond het thema altijd veel aandacht gedurende de boekenweek (of beter: de boeken-tiendaagse, want in de praktijk is de feestperiode opgerekt tot anderhalve week). Volgens een haast onvermijdelijk patroon zakt die aandacht na afloop snel weg. Het wordt al gauw Pasen, het weer knapt op, en de belangstelling gaat eerder naar andere zaken. En zodra het eenmaal zomervakantie is, treedt in het boekenvak een windstilte in die wel tot eind augustus, begin september voortduurt. Het lijkt of veel serieuze lezers dan nog hun stapels achterstallige lectuur van het afgelopen seizoen moeten doorwerken.

Gezien deze achtergronden is er een flinke kans dat u al bij het lezen van de titel van deze bijdrage een zucht slaakt: u heeft er genoeg van, u wilt even iets anders. Op uw salontafel ligt misschien wel zo'n stapeltje aangekochte klassieken in vertaling, dat u met een licht schuldgevoel vervult: u hebt ze tijdens de boekenweek in een vlaag van enthousiasme gekocht, maar u komt er nauwelijks aan toe. Wellicht zit de nieuwe volledige Aeneis-vertaling van M d'Hane-Scheltema erbij, of de Pindarus-vertaling van Patrick Lateur, beide zo bejubeld door de critici:  schitterende, kloeke boeken van belangrijke dichters, maar er lijkt geen beginnen aan. Pindarus bijvoorbeeld is beslist geen gemakkelijke lectuur, ook niet in vertaling, want de wereld en de denkwereld van de vroeg-Griekse lyricus verschillen enorm van die van ons. Je zou al een week vakantie alleen voor die ene klassieker moeten hebben. Maar wie kan daar zoveel tijd voor vrijmaken?

Als u tot hiertoe hebt doorgelezen in dit stuk, bezit u waarschijnlijk een meer dan gemiddelde interesse in 'de klassieken'. Voor werkelijke belangstellenden houdt het thema natuurlijk niet op bij de grens van de commercieel bepaalde boekenweek, maar is het, letterlijk, iets van alle tijden. Daarom lijkt het goed om even terug te blikken op die boekenweek, die alleszins succesvol leek, en te kijken naar mogelijke effecten op de langere termijn. Een uitvoerig praktijk-onderzoek kan ik hier helaas niet bieden, maar er zijn wel een paar algemene opmerkingen te maken bij de ontwikkelingen.

Ik begin met het succes. Aanvankelijk wisten veel verantwoordelijken in het boekenvak, naar verluidt, niet precies wat ze met het thema aanmoesten. Wat is 'klassiek' eigenlijk? Homerus en Vergilius, allicht. Maar is Dante ook klassiek? Of de Edda? Of Couperus en Vestdijk? Maar de verwachte vloedgolf van halve en onechte klassieken bleef gelukkig uit. Het werd snel duidelijk dat het om de Griekse en Romeinse klassieken moest gaan. Veel uitgevers konden daarvoor volstaan met enkele titels die al langer in hun fonds zaten, of ze poetsten voor de gelegenheid oude titels nog eens op (ik zag onder meer een mythologie-boek en een historische studie uit de jaren vijftig).

De lezer had daar, in het algemeen gesproken, baat bij. Goedkope herdrukken van zowat alle grote namen uit de klassieke oudheid verschenen in de winkel: Homerus en Vergilius, maar ook Ovidius en Suetonius, Plato en Herodotus. Nog nooit kon een Nederlandse lezer voor zo weinig geld zijn klassieke toppers inkopen. Natuurlijk werden hier en daar ook bestaande titels voor aanbiedingsprijzen van de hand gedaan. Ik denk bijvoorbeeld aan de voordeelactie van uitgeverij Ambo voor haar gebonden serie vertalingen met rode stofomslagen. (Het was helaas niet de eerste keer dat die serie in de aanbieding ging; door die herhaalde acties daalt ze onvermijdelijk in waarde en prestige).

Natuurlijk verscheen er ook het een en ander aan nieuwe boeken. Deels waren dat de voorspelbare 'maakboekjes', die uitsluitend appelleren aan de boekenweek-lezer: ik bedoel het type uitgaven à la 'de oudheid op een rij', 'de oude geschiedenis in een notedop', overzichten van antieke auteurs, boeken met een snufje 'klassiek' in de titel, en allerlei bloemlezingen. Soms leken die boekjes in een vloek en een zucht in elkaar gezet, maar ook hier viel de gemiddelde kwaliteit toch alleszins mee. En soms was ook die schijn bedrieglijk: bloemlezingen zoals het abecedarium Van Alfa tot Omega (door Patrick De Rynck en Mark Pieters, Athenaeum - Polak & Van Gennep), of de bundel De randen van de aarde (door Jona Lendering, Ambo) waren zeker geen haastwerkjes, maar gedegen projecten. Het eerste bevat talloze highlights, maar ook de nodige onbekende passages uit de antieke literatuur, goed gekozen en met zorg en humor gepresenteerd. Het tweede beschrijft aan de hand van vele boeiende tekstfragmenten de kijk van de Romeinen op de landen 'tussen Schelde en Eems'. Zulke boeken zullen de tand des tijds nog wel even weerstaan en ook na de boekenweek relevant blijven.

Dat geldt zeker ook voor Ilja Pfeijffer's literatuuroverzicht De antieken (Arbeiderspers), waarin de auteur een verfrissende en persoonlijke kijk op de hele antieke literatuur geeft. Dat is een knappe prestatie, al hoef je het met zijn standpunten niet steeds eens te zijn. Zo vind ik Pfeijffer's denigerende opmerkingen over het Nieuwe Testament nogal misplaatst en gemakkelijk. Volstrekt nieuw in het Nederlands is Pfeijffer's geïntegreerde behandeling van de Griekse en Latijnse literatuur uit de Keizertijd. De antieken kreeg veel publiciteit, maar ook nu het stof van het boekencircus is gaan liggen blijft het boek van grote waarde. Een antieke literatuurgeschiedenis was al jaren een desideratum. Maar ja, wie waagde zich eraan? Pfeijffer heeft dat nu dus gedurfd, en alleen al daarom is hij te prijzen. Als de boekenweek de aanleiding was om dit boek te maken, dan is die al ergens goed voor geweest.

Het is hier niet de plaats om een uitputtend overzicht te geven van wat er nu allemaal beschikbaar is over en uit de oudheid in Nederlands. Daarvoor verwijs ik graag naar de aardige CD-rom die de CPNB voor de boekenweek maakte. Daarop kan de lezer zich muisklikkend een weg banen door de veelheid aan leverbare boeken. Of de flitsende vormgeving van het programma nu ook werkelijk tot lezen van boeken uitnodigt lijkt mij de vraag, maar voor de PR van de antieke wereld was de CD-rom zeker positief: zelden leek de oudheid minder stoffig.

Al met al heeft de boekenweek dus toch een aantal nieuwe boeken en herdrukken opgeleverd die er anders niet snel waren gekomen. Verder heeft de belangstelling voor het hele gebied ongetwijfeld een impuls gekregen door alle publiciteit. Natuurlijk is dit effect moeilijk te meten, maar het valt te constateren dat de sfeer rondom de klassieken ronduit positief was. In de media was nauwelijks een negatief woord te lezen of te beluisteren over het thema. In eerdere boekenweken was dat beslist wel eens anders.

Een misser was hierbij wel dat het gratis boekenweekgeschenk dit jaar niets met het thema vandoen had. Topauteur Harry Mulisch had al bij het aanvaarden van de opdracht gesteld dat hij gewoon zijn eigen gang zou gaan. Die arrogante houding is men van Mulisch zozeer gewend dat niemand ervan opkeek. Maar was het niet veel beter geweest om een schrijver te kiezen die de oudheid werkelijk gezicht geeft én een groot publiek aanspreekt? Ik noem met name iemand als Imme Dros, die met haar Homeros-vertalingen en creatieve bewerkingen van antieke verhalen zelfs jongeren weet te boeien. Wat was een boekenweekgeschenk van haar hand een mooi gebaar geweest!

Niet alles is meetbaar, maar verkoopcijfers zijn toch een belangrijke indicatie voor het succes. Na de boekenweek klonken voornamelijk tevreden geluiden: de meeste Nederlandse boekhandels hadden heel behoorlijk verkocht, zo'n 3 procent meer dan vorig jaar. Volgens krantenberichten zijn naar schatting in totaal een miljoen boeken verkocht gedurende de boekenweek. In de top 100 van bestverkopende boeken in die week namen 'klassieke' titels maar liefst 22 plaatsen in. Vanzelfsprekend namen grote namen als Homerus en Ovidius topposities in. Exacte verkoopcijfers zijn niet gemakkelijk op tafel te krijgen, maar we kunnen er veilig van uitgaan dat het bij zulke auteurs om aantallen rond de tienduizend exemplaren gaat. Dat betekent dat alle andere titels, ook de veelbesproken boeken, daaronder blijven. Dat is overigens niet meteen een schande. De genoemde, nieuwe Aeneïs-vertaling van M. d'Hane-Scheltema bereikte een kleine 4000 exemplaren, wat voor een nieuw, relatief duur boek tamelijk veel is, zeker als we in aanmerking nemen dat er andere integrale vertalingen van dat werk bestaan.

De absolute topper van de boekenweek is een onverwachte. De vertaling in het Latijn van Neerlands trots 'Jip en Janneke' door Harm-Jan van Dam (Querido) was bedoeld als een grapje, maar werd een bestseller met ruim 35.000 verkochte exemplaren. Nog altijd is de vraag naar Annie M.G. Schmidt's Jippus et Jannica niet opgedroogd en verschillende herdrukken volgen elkaar op. De reacties op dit merkwaardige boekje zijn uitgesproken wisselend geweest. Tegenover enthousiaste juichkreten van scholieren en ex-scholieren staan de vaak meer ingehouden of zuinige kritieken van classici. Ik moet bekennen dat ik zelf eerder bij de tweede dan de eerste groep hoor. Zou iemand dat Latijn echt lezen? Jip en Janneke zijn toch beter bereikbaar in het Nederlands? Ik vrees zelfs voor wat ik het 'Nationale Dictee-effect' noem: een wedstrijd in spelling is op zichzelf goed, maar er kan de suggestie van uitgaan dat correcte spelling zo raar en moeilijk is dat het alleen iets is voor specialisten, iets wat 'gewone mensen' niet serieus hoeven te nemen. Analoog daaraan: een boek in het Latijn vertalen is prachtig als tijdverdrijf, maar het resultaat kan ook de indruk wekken dat de oudheid zelf niets te bieden heeft voor een groot publiek. Ofte wel: je koopt een geinig boekje met gemaakt Latijn, om vervolgens de echte oudheid ongelezen te laten.

Ik hoop intussen van harte dat ik het mis heb, en dat alle lezers van Jippus et Jannica de weg naar klassieke boeken juist beter weten te vinden. Dat is in het algemeen ook het gewenste effect van zo'n boekenweek. De kortstondige piek in aandacht en aanbod wordt gevolgd door de onvermijdelijke inzinking, maar als na de zomer de lezers in de winkel terugkeren en dan relatief iets vaker bij de klassieken stilstaan en daar hun keus maken, dan is het effect per saldo werkelijk positief. Anders gezegd: de vraag zakt altijd weer terug, maar in het gunstige geval komt die vraag toch op een iets hoger basisniveau te liggen dan tevoren. Of dat ook in dit geval zo zal uitpakken is iets wat pas tegen het eind van het jaar kan worden overzien, maar de vooruitzichten zijn voorlopig niet slecht.

De boekenweek blijft intussen de gemoederen bezighouden. Voor volgend jaar staat het thema 'tussen twee culturen' centraal, een onderwerp dat weer heel andere perspectieven opent. De keuze voor Salman Rushdie als schrijver van het boekenweekgeschenk staat in elk geval garant voor veel onenigheid en rumoer. We zullen er ongetwijfeld nog veel over horen en lezen.


latest changes here: 30-07-2012 16:01


HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2014 V. Hunink

copyright statement  / contact